13 Hoeveel het kadaster vooral in Pruisen nog te wenschen overlaat heb ik meermalen in het licht gesteld. Zoo schreef ik bijv. in dit Tijdschrift, jaarg. 1885, bl. 53: „De kadastrale kaarten vau verreweg het grootste gedeelte van den Pruisischen staat voldoen zelfs niet aan de eenvoudigste eischen verschil tusschen de kaart en het terrein is geen uitzondering maar regel; de kaart, die natuurlijk geen rechtskracht heeft, kan niet het bewijs leveren, dat eene grens veranderd is", en in jaarg. 1899, bl. 86: „Ter uitvoering der wet op de grondbelasting van 21 Mei 1861 moesten alle voorhanden kaartwerken zooveel mogelijk worden dienstbaar gemaakt en voor zoover deze onbruikbaar bleven of ontbraken moest in korten tijd door kadastreering het ontbrekend materiaal worden verschaft. Het laatste gold natuurlijk vooral de woeste of weinig geparcelleerde gronden, welker opmeting relatief niet veel tijd eischte, doch de oppervlakte daarvan bedroeg in de oostelijke provinciën niet minder dan 22,7, in de westelijke 4,7 millioen hectaren 8 maal de oppervlakte van Nederland). Het werk was binnen den vastgestelden termijn op 1 Januari 1865 gereed! Men moet zich niet voorstellen dat de in korten tijd opgemaakte kaarten groote nauwkeurigheid bezitten. Het tegendeel is maar al te dikwijls geblekenHet is de oude historie welke zich telkens en overal herhaalt. De gewenschte perequatie der grondbelasting doet plotseling de behoefte ontstaan aan kadastree ring van het geheele Rijk binnen korten termijn; tijd tot voorbe reiding en vorming van personeel ontbreektalle krachten die zich aanbieden worden aan het werk gesteld; alle methoden worden toegelaten mits het resultaat maar voldoende is voor den omslag der belasting. Is het werk gereed, dan komt de administratie voor de boekhouding op den eigendom beslag leggen op het resultaat en dan komen de klachten, als de kaarten geheel ontoereikend blijken voor de verzekering van het eigendomsrecht". Deze aanhalingen geven eene eigenaardige illustratie op de be wering van Mr. Hijmans dat „men van enkele zijden niets dan „lof hoort voor de vreemde, smaad voor de inheemsche instellingen. „Tegenover het juridisch (El)dorado van het buitenland is Nederland „een „China in Europa" te noemen." De uitdrukking „China in Europa" werd door mij gebezigd op de vergadering der Notariëele Vereeniging en Mr. Hijinans is niet

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1902 | | pagina 13