138 De verschillende gemeten hoeken, leveren dus uitdrukkingen voor de fouten: Ci di J x ei .1 y j foutenvergehikingen. C3 -f- d3 A x -f- e3 J y enz. J De som der vierkanten dezer fouten moet een minimum worden. Wij maken op de gewone wijze de 2 normaal-vergelijkingen op; daartoe vermenigvuldigen wij iedere vergelijking met den coëfficiënt van J x en tellen de aldus verkregen uitdrukkingen samen; ver menigvuldigen wij daarna iedere vergelijking met den coëfficiënt van J y en tellen deze eveneens samen, dan verkrijgen we: di Ci J— di di A x -f- di ei A y, d2 C2 -j- d2 d2 A x -f- d2 e2 A y, enz. opt. [d C] j- [d d] A x -f- [d e] A y of [d d] J x -j- [d e] A y [d C] en op gelijke wijze: [d e] A x -f- [e e] A y [e C|, waaruit dan de twee correctiën voor de voorloopige coördinaten kunnen berekend worden, met behulp waarvan de definitieve coördi naten Xp en Yp worden vastgesteld. Zijn de metingen in P uitgevoerd als richtingswaarnemingen, dan wordt in de foutenvergelijkingen nog een derde onbekende opge nomen, n.l. de oriënteeringsfout A o, en dus bij de berekening met de gemeten richtingen, aan de nulrichting nog eene correctie toegevoegd. Bij hef opmaken der foutenvergelijkingen, verkrijgt men dan de volgende uitdrukkingen: Ci -j- di A x -(- ei A y A 0 C2 j— d2 A x -62 A y J o enz. Om uit deze vormen de normaalvergelijkingen op te maken, vermenigvuldigen wij hen met de coëfficiënten van J x en A y waarna wederom optelling volgt, terwijl de derde normaal vergelij king wordt verkregen door vermenigvuldiging met 1 (coëfficiënt van A 0), welke bewerking, als van zelf spreekt, aan de optelling voorafgaat. C2 (- d2 J x -(- e2 A y pi fi

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1902 | | pagina 140