14 de eerste die haar heeft gerukt uit het zinsverband waarin zij voorkwam. Van de destijds gebezigde woorden heb ik thans nog niets terug te nemen. Zij luiden: „Overal bijna in Europa is de invoering van het kadaster haastig voor fiscale doeleinden geschied en eerst later is- men begonnen met de vernieuwing met het oog op de bewijskracht. In welk land gaat men over tot eene vernieuwing zonder ten behoeve van de rechtszekerheid eene delimitatie in te voeren? Op die vraag zal men moeten antwoorden: er is maar één land, waar men dit doet; pessimisten noemen dit land: „China in Europa." De Duitsche rechtstoestanden zegt Mr. Hijmans zijn geheel anders dan men zich voorstelt als men het uitheemsche recht alleen uit een paar toevallig gelezen boeken kent (bl. 185). De voor de samenstelling van mijn boven aangehaald artikel in dit Tijdschrift jaarg. 1898 geraadpleegde en aldaar vermelde werken zijn in hoofdzaak toevallig dezelfde die Mr. Hij mans een paar jaren later gediend hebben bij de samenstelling van zijn overzicht der Pruisische jurisprudentie, toen hij „een geruimen tijd te mid den van vreemd recht geleefd heeft" en „een gansch anderen blik op de vreemde rechtsinstellingen verkreeg". Dit heeft evenwel niet verhinderd dat, al zijn de mecledeelingen van Mr. Hij mans veel uitvoeriger dan de mijne, onze conclusion op hetzelfde neerkomen. Beiden achten wij de Pruisische juris prudentie hoogst bedenkelijk. Slechts in één opzicht maak ik thans een voorbehoud. Even als andere (Duitsche) schrijvers tracht Mr. Hijmans het bedenkelijke der Pruisische jurisprudentie te doen uitkomen door te wijzen op een aanspraak van het Oberlandesgericht te Hamm van 12 November 1890 als op „een bijzonder afschrikkend voor beeld'. Mij wil het voorkomen dat deze uitspraak met de quaestie weinig of niets te maken heeft. Het geschil betrof den muur van een huis. Deze muur, die volgens de kaart de grens vormt met het aangrenzend perceel, steekt op de tweede verdieping met eene versnijding van 10 centimeter uit. De eigenaar van het huis laat den muur verhoogen voor eene derde verdieping. Daarna komt de buurman met den eisch dat de muur zal worden weggenomen, Medegedeeld o. a. door Koppers: Die Verbindung des Grundbuches mit dem Katasterkarte, bl. 38 en 39 (niet bl. 355, zooals Mr. H. bij vergissing opgeeft).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1902 | | pagina 14