Uit het Verslag van de Rijkscommissie voor Graadmeting en "Waterpassing aangaande hare werkzaamheden gedurende het jaar 1901. (Met Kaart.) Ter voldoening aan het voorschrift, door den Minister van Binnenlandsche Zaken bij beschikking van 14 Mei 1879, letter M., afdeeling Kunsten en Wetenschappen, haar gegeven, heeft de Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing de eer, aangaande hare werkzaamheden in het jaar 1901 het volgende te berichten. Werkzaamheden der Commissie. De bemoeiingen der Commissie betroffen in 1901: de primaire driehoeksmeting; de basismeting; de secundaire driehoeksmeting; de sterrekundige waarnemingen; de slingerbepalingen. Driehoeksmeting. Personeel. Het personeel voor de driehoeksmeting werd met ingang van 1 Novem ber 1901 uitgebreid door de benoeming tot ingenieur, van den civiel- ingenieur H. de Groot. Gedurende de maanden .Tuni, Juli en Augustus werd het personeel tijdelijk versterkt door de heeren N. de Ronde Bresser, A. E. Kempees en H. van der Veen, studenten aan de Polytechnische School te Delft. Primaire driehoeksmetingTerreinwerkzaamheden. De metingen op de stations, deel uitmakende van het primaire driehoeks- net, werden in 1901 uitgevoerd door twee ploegen. De eerste ploeg bestaande uit den ingenieur Modderman als chef en den hem toegevoegden ingenieur de Hulster, ving 6 Mei hare terreinwerkzaamheden aan voor de metingen op het station Westerland. Op dit station waren te bepalen de richtingen naar de hoofdpunten: Workum, Enkhuizen, Schoorl, Huis-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1902 | | pagina 150