149 duinen en Eierland en die naar de tusschenpuntenOosterland, Medem- blik, Wognum, Nieuwe-Niedorp en Oosterend. De metingen op dit station liepen niet vlot van stapel. Bezwaren van allerlei aard werden ondervonden, waaronder sterke ondulatie en dientengevolge groote onrust der beelden in de eerste plaats moeten worden genoemd; andere bezwaren waren veenrook en betrokken lucht, op den tijd van den dag welke anders voor waarnemingen ge schikt zou zijn. Ook deed zich hier wederom het bekende verschijnsel voor, dat de richtingen over zee en die over land niet gelijktijdig periodes van rust vertoonden. Voor de meting der combinaties van dergelijke richtingen moest dus genoegen worden genomen met een toestand van betrekkelijke rust, waarin men onder andere omstandigheden niet zou hebben gemeten. Het tweede station, dat bezet werd, was Eierland. Hier waren te bepalen de richtingen naar de hoofdpunten: Brandaris, Sexbierum, Workum, Westerland en Huisduinen en naar de tusschen punten: Vlieland, Griend, Harlingen, Oosterland en Oosterend. Door omstandigheden van gelijken aard, als zich op het station Wester land voordeden, duurden ook hier de metingen vrij lang. Ten slotte werd nog het station Vlieland hezet, een tusschenpunt met gewicht, gelijk aan dat der hoofdpunten, en waar dus op dezelfde wijze werd gemeten. De op te nemen richtingen waren die naar de hoofdpunten Brandaris, Sexbierum en Eierland, en naar het tusschenpunt: Griend. Behalve de hoekmetingen ter bepaling van de richtingen naar hoofd en tusschenpunten werden op de genoemde drie stations nog de richtingen gemeten naar 41 torens, welke als punten van lageren rang in aan merking kunnen komen. Gentreeringsmetingen werden uitgevoerd op de volgende punten: Eierland Oosterend en Vlieland, terwijl eene heliotroopinrichting werd aangebracht en bepaald te Westerland. De tweede ploeg, samengesteld uit den ingenieur Canters als chef en den landmeter Zillesen, vertrok den l3ten Mei naar Wijkei. Op dit station werden bepaald de richtingen naar de hoofdpunten: Oldeboorn, Steenwijk, Urk, Enkhuizen en Workum en naar de tusschen punten: Sneek, Oldeholtpade, Kuinre en Lemmer. Het tweede en laatste station door deze ploeg bezet was Workum bier werden bepaald de richtingen naar de hoofdpunten: Sexbierum, Leeuwarden, Wijkei, Enkhuizen, Westerland, Eierland en Oldeboorn en naar de tusschenpunten: Burgwerd, Sneek, Lemmer, Medemblik, Ooster land en Harlingen. Behalve de bezwaren, die altijd ondervonden worden, wanneer combi naties van richtingen over land en over zee moeten worden gemeten,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1902 | | pagina 151