150 werd hier veel oponthoud veroorzaakt door straalbrekingsverschijnselen in de richting Eierland. Het licht van den heliotroop, die te Eierland zoo hoog mogelijk geplaatst was, kwam alleen bij sterke straalbuiging hoven den horizon. Op de beide genoemde stations werd voorts een twintigtal torens als neven punten opgenomen. Centreeringsmetingen zijn uitgevoerd te Sneek, Oldeboorn, Oldeholtpade, Burgwerd en Urk, terwijl te Wijkei, Lemmer, en Sexbierum enkele stationspunten werden bepaald. De ingenieur Wildeboer, die den lsten Mei met de tweede ploeg ver trok om deze te installeeren, had vervolgens te zorgen voor de opruiming van eenige hindernissen en voor de bebouwing van het station Gieten, die bij eene vorige gelegenheid, achterwege moest blijven wegens de onmogelijkheid om werkvolk te krijgen. Het gelukte in den loop van den zomer deze inriching tot stand te brengen. In de nabijheid van den toren te Gieten staan in en bij het dorp hooge hoornen, die het uitzicht naar verschillende punten van het net verhinderen of belemmeren. Door het snoeien der hinderlijke takken werden deze richtingen vrij gemaakt. Reeds bij de in 4888 in Finsterwolde uitgevoerde metingen was de richting Gieten slechts even hoven hoornen gezien, zoodat er grond bestond voor de veronderstelling, dat die richting thans niet meer vrij zoude zijn. Een onderzoek, met, heliotrooplicht ingesteld gaf echter een gunstiger resultaat, dan verwacht werd. Door te Finsterwolde een heliotroopinrichting in de spits van den toren te maken is het ook thans nog mogelijk, dit driehoekspunt te Gieten waar te nemen. De boomen, die in de richting RuinenSleen op de boerenhofstede «het Oord» slaan, nabij het gehucht Pesse, moesten worden opgeruimd; de richtingen RuinenSleen en omgekeerd werden hierdoor, blijkens een met heliotrooplicht ingesteld onderzoek, vrij en meetbaar. Aan den eigenaar der boomen werd eene schadeloostelling uitbetaald. Hij nam daarbij de verplichting op zich, vóór November 1902 geene nieuwe boomen te laten polen. Voor het driehoekspunt Boschberg werd een onderzoek ingesteld naar de mogelijkheid om dit punt te verplaatsen naar nabijgelegen zand gronden, zooals van de zijde van de eigenaresse van het terrein ver langd werd. Alleen door den bouw van een hoog en daardoor vrij kostbaar signaal zal het mogelijk zijn aan dit verlangen te voldoen. De onderhandelingen over deze quaestie zijn nog niet afgesloten. Op de bij dit verslag gevoegde kaart is de stand van de primaire driehoeksmeting aangewezen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1902 | | pagina 152