waarnemingen
verdeelden zich als volgt;
Januari
in 7 nachten 79 stei
■reparen
Februari
,6
83
Maart
4 9
48
April
13 9
184
Mei.
10
102
Juni
7 9
77
Juli.
14
201
Augustus.
9 '10 9
165
September
9
96
October
6
60
November
3
40
December.
10
90
1145
154
9
9
9
9
9
9
9
9
9
9 1 D
9
Het zachte weder met bijna voortdurend bewolkte lucht in de laatste
twee maanden van het jaar heeft een zeer nadeeligen invloed uitgeoefend
op het aantal der waarnemingen en daardoor op de zekerheid bij de
aansluiting van de opeenvolgende groepen van zenithsterren. De afleiding
van de uitkomsten uit de waarnemingen werd voortgezet met het berekenen
van voorloopige waarden uit al de metingen van 1901 en van de defini
tieve uitkomsten voor de periode aanvangende met Juli 1900. Met het
einde van het jaar waren deze laatste berekeningen gereed voor het
tijdvak eindigende 25 April 1901.
Slingerbepalingen
Om verdere waarnemingen te kunnen verrichten met den volgens aan
wijzing van den heer Defforges geconstrueerden slinger, welke reeds
enkele jaren in het bezit der commissie is, werd door de commissie een
bijzonder daarvoor bestemd uurwerk besteld bij de heeren Strasser und
Rohde te Glashiitte.
De daarbij behoorende inrichting voor het bepalen van de coïncidenties
zal onder toezicht van de Commissie hier te lande vervaardigd worden.
De Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing,
H. G. van de Sande Bakhuyzen, Voorzitter.
Hk. J. Heuvelink, Secretaris.
Leiden,
Delft,
25 Februari 1902.