15
zoover hij uitsteekt boven de grenslijn getrokken langs den muur
op de hoogte van den beganen grond. De eisch wordt gegrond
op de kaart en de „öffentliche Glaubc" van liet grondboek en in
eerste instantie at- in tweede instantie toegewezen.
We hebben hier eene rechtsquaestie, waarop door Mr. Treub
op de vergadering der Notariëele Vereeniging (Verslag bl. 53) en
bij verschillende gelegenheden ook door mij werd gewezen. Is
hier onrecht dan is dit te wijten aan het burgerlijk recht, niet
aan het kadaster. Dit geeft niet meer dan de grens der rechten
op eene bepaalde hoogte: den beganen grond. Welke de rechts
verhoudingen zijn bij de kelderverdieping of bij de hoogere ver
diepingen wijst het kadaster niet uit en hoezeer die verhoudingen
kunnen verschillen met die gelijkvloersch kan men zien te Utrecht.
Aldaar zijn stadsgedeelten waar de kluizen van den eenen eigenaar
onder de huizen van den anderen en onder de straat doorloopen,
uitkomende aan de gracht, en waar eene kelderkaart een geheel
anderen eigendomstoestand zou te aanschouwen geven clan de
kadastrale. Wat hier recht is behoort te blijken uit de titels.
Eene quaestie van gelijken aard als die te Hamm ontstaat als
een huis of ander bouwwerk over de grens is gebouwd. Het
kadaster kan hier hoogstens dienen om het geval te constateeren,
de vraag of nu het huis gedeeltelijk moet afgebroken worden tot
enorme schade van den eigenaar, wordt in ons recht bevestigend
beantwoord. In het nieuwe Duitsche B. W. en in het ontwerp
der staatscommissie van een nieuw B. W. voor ons land wordt
bepaald dat de benadeelde eigenaar zich met eene schadevergoeding
moet tevreden stellen.
AVat er „afschrikkend" is in dergelijke voorbeelden pleit tegen
het burgerlijk recht en niet tegen het kadaster.
Mr Hijmans acht het zeer waarschijnlijk dat, als gevolg van de
invoering van het nieuwe B. AV., het Duitsche Reichsgericht en
met haar de lagere rechtbanken „den stalen regel" zullen loslaten
door in het vervolg aan de kadastrale aanduiding der grondstukken
in het grondboek uitsluitend eene „informatorische Bedeutung" toe
te kennen. De voor die voorspelling aangevoerde argumenten
komen mij geenszins afdoende voor.
De grondboekwetten in de verschillende staten zijn afgeschaft en
vervangen door de nieuwe regeling in het B. AV. en door eene