16
Grundbuch-Ordnung, welke het meest overeenkomen met de afge
schafte Pruisische. Noch in de nieuwe noch in de afgeschafte
regeling komt een bepaling voor, welke zou kunnen pleiten voor
de bewijskracht van het kadaster. Zelfs wordt in de nieuwe regeling
niet uitdrukkelijk voorgeschreven dat bij rechtshandelingen met
onroerende zaken deze door middel van het kadaster moeten aan
geduid worden.
Dit nu behoeft geen verwondering te wekken. Het B. W. geldt
voor het geheele gebied van den Duitschen Statenbond. In enkele
streken 3 °/o der oppervlakte) vindt men nog geen, in andere
een zeer onvolledig kadaster. Zoo heeft men bijv. in het grootste
deel van Elzas-Lotharingen niets anders dan het Fransche kadaster
berustend op kaarten die nimmer bijgehouden werden. Een alge
meen voorschrift om het kadastraal nommer bij transporten te
bezigen ter aanduiding van het goed zooals werd voorgesteld
in de Pdjksdagcommissie zou in sommige streken tot een lang
durig uitstel der invoering van het grondboek hebben geleid.
Bedoeld voorstel werd daarom teruggenomen en in de plaats daar
van de volgende resolutie aangenomen
„Die verbündeten Regierungen zu ersuchen, darauf hinzuwirken,
dasz bei Neuanlage von Grundbüchern das Verzeichnisz auf eine
Flurkarte gestützt sein müsse, in welcher die Gründstücke mit
denselben Nummern oder Buchstaben bezeichnet sind wie in dem
Verzeichnisse".
Bij de nieuwe Grundbuch-Ordnung trachtte men aan dien wensch
tegemoet te komen zooveel als de omstandigheden gedoogden, door
te bepalen in 2:
„Die Bezeichnung der Gründstücke erfolgt in den Büchern
nach einem amtlichen Verzeichnisz, in welchem die Gründstücke
unter Nummern oder Buchstaben aufgeführt sind. Die Einrich-
tung des Verzeichnisses wird lurch landesherrliche Verordnung
bestimmt."
De verschillende Staten van den Bond zijn dus vrij het amtliche
Verzeichnisz zoodanig in te richten als het meest overeenkomt met
bestaande instellingen en behoeften. Maar, zoo erkent Mr. Hijmans,
„hiermede is tevens beslist dat bet, geoorloofd is uit de wijze
van inrichting van dat Verzeichnisz en van de grondboeken, met
Boehm, Reichsgrundbuehreeht, S. 356.