168
vormig uitgeholde ondergrondsche plaat B, in wier midden zich een
ronde opening bevindt, bewegen.
Ondergaat de steen een of andere ruwe bejegening, waardoor hij
scheef komt te staan, dan wordt hierdoor aan de ligging der plaat
niets veranderd, en mocht de steen geheel verloren gaan, dan behoeft
het geen betoog, dat zoolang de plaat aanwezig is, de plaatsing van
een nieuw gelijksoortig merkteeken zonder technische hulp kan
geschieden. x)
De landmeter Kramer te Hersfdd, prov. Hessen-Nassau, verricht
de plaatsing van den normaalsteen bij de landverlegging te Unterhaun
met behulp van een door hem bedacht zetbord, waarvan de af
beelding slechts geringe toelichting noodig heeft om volkomen
begrijpelijk te wezen.
i
In een plank (zie fig.), ter dikte van 1,5 a 2 centimeter en ter
lengte van 1,5 a 2 meter, worden op een wijze als de teekening
aangeeft drie gaten aangebracht; twee ronde bij de uiteinden en
een driehoekig gat ongeveer in het midden. 2)
In de ronde gaten passen volkomen juist, ronde piketten ter
lengte van 0.5 a 0,6 M.; langs deze piketten kan de plank op en
neer worden bewogen.
Het bord wordt met de, in de lengte-as der plank gelegen punt
van het driehoekige gat, nauwkeurig ingesteld op het midden van
den paal die het grenspunt aangeeft, of, wordt deze paal verwijderd,
i
J) De verkoop van den Normal-Grenzstein is voor Nederland opgedragen aan
C. M. Bardorf, DüsseldorfSchinkelstrasse 64, Tel. 2902. (Düsseldorfer Cement-
waaren-Fabrik.)
2) Zie: Allg. Verm. Nachr. XIV Jrg. (1902) No. 20, Seite 233234.