170
bldz. 432, lezen wij„bezigt men voor de verzekering van hoofd
punten de bekende normaal-grenssteenen van den Steuerinspector
Schmeisser, dan kiest men de geschiktste onder-en gelijkgrondsche
verzekering die zich denken laat; vooral wanneer ten behoeve van
trigonometrische en polygonometrische doeleinden, boven in den steen,
loodrecht een ijzeren schoen wordt ingelaten, van welken schoen het
verlengde der (vertikale) as door het midden der opening van de
grondplaat behoort te gaan.
De prijs van een zoodanig ingerichten steen kan alles bijeen
genomen, ongeveer Mk. 1.50 beloopen.
De bedoeling dezer beschouwingen is niet, de onvoorwaardelijke
aanbeveling van het gebruik van den normaal-grenssteen over het
geheele gebied van onzen Staat; wij zijn ons bewust, dat alle
terreinen zich niet op denzelfden voet laten behandelen, doch
wenschten de aandacht op een hoogst gewichtig onderwerp te
vestigen, in de stellige overtuiging, dat het meer dan rijp is voor
behandeling.
Wat toch geeft het streven naar de grootst mogelijke nauw
keurigheid bij onze trigonometrische en polygonometrische werk
zaamheden, wanneer de arbeid, waarbij de meetveer wordt gehant-
teerd, luchthartig en oppervlakkig wordt uitgevoerd.
Immers niets, en juist op laatstgenoemden arbeid komt het voor
de belanghebbenden aaneen fout met de meetveer begaan, kan
onmiddellijk in guldens worden omgezet, aan een of andere zijde
is in dat geval altijd schade, en nog steeds is niet uitgemaakt, of
de Staat er verantwoordelijk voor is al wil het ons voorkomen dat
dit wel het geval is.
Waarom gaat de Regeering niet overal tot onberispelijke, aan
geodetische eischen voldoening schenkende, verzekering der grenzen
van Rijkseigendommen over, of tracht er althans naar; het voor
beeld zou uitstekend werken en tengevolge hebben dat een dwingend
voorschrift, waarvan de uitvaardiging in 't eind niet achterwege
zal blijven, het hatelijke karakter van „maszregeln" alleen nog
zou bezitten tegenover een kleine minderheid van dwarsdrijvers;
tegenover het groepje van lieden dus, dat zonder schroom
door de gemeenschap als „quantité négligeable" mag worden be
jegend.
Het verheugt ons te kunnen mededeelen, dat het particulier