177 Een tegenhanger van het drietal woorden van art. 463, die zulke on voorziene, vérstrekkende en noodlottige gevolgen zouden hebben, vormt een geheele reeks van artikels in het Ontwerp, waarmee eene belangrijke wijziging in de bestaande regeling wordt bedoeld, doch die geringe prac- tische gevolgen zullen hebben, n.l. die betreffende de afschaffing van de inschrijving en van de doorhaling. Het onderscheid tusschen over- en inschrijving wordt opgeheven ter bevordering der eenvoudigheid ten aanzien van de vestiging, overdracht en opheffing van zakelijke rechten. De hypotheek zal niet langer gevestigd worden door inschrijving van een borderel, maar door overschrijving der akte. «De duidelijkheid behoeft er niet onder te lijden, daar de akte van schuldbekentenis niet uitvoerig behoeft te zijn, en in allen gevalle het be ginsel gehandhaafd blijft,dat de akte geene aan het onderwerp geheel vreemde bepalingen mag inhouden» (Mem. v. Toel., bl. 505). Art. 378 bepaalt«Onder overlegging van de beschikking, akte of vonnis, kunnen belanghebbenden vorderen, dat het te niet gaan der hy potheek in de openbare registers worde aangeteekend». Verder zegt de Memorie van Toelichting, bl. 496: »Wat de wenschelijkheid van afzonderlijke registers aangaat, is uit drukkelijk bepaald (art. 462), dal het aantal en de inrichting der registers bij algemeene maatregel van bestuur worden voorgeschreven. Wenscht men dus voor de hypotheekakten afzonderlijke registers, dan belet niets dat aan dien wensch gevolg gegeven wordt". De Commissie ziet echter over het hoofd, dat zakelijk recht, dus ook hypotheek, kan worden verleend bij de akte van overdracht (art. 100 al. 2 en art. 329). In welk register moet die akte worden overgeschreven? Nemen we aan, dat dit bezwaar wordt uit den weg geruimd en dat den bewaarder bij algemeenen maatregel van bestuur ook wordt opgedragen, op verlangen van belanghebbenden getuigschriften af te geven waarin alleen vermeld wordt dat de hypotheken op een bepaald perceel, volgens de naast de o ver-(in-)sch rij vingen gestelde aanteekeningen, zijn te niet gegaan, dan heeft men wel de woorden «inschrijving», «doorhaling» en «certificaat van onbezwaardheid" vermeden, doch practisch zal er niets veranderd zijn. In schijn zullen de inschrijving en de doorhaling worden afgeschaft, in werkelijkheid zullen zij onder andere officieele namen blijven bestaan;de verandering betreft den vorm, niet het wezen. Thans overgaande tot de bespreking van het door de Commissie voor gedragen hypotheek-stelsel, hebben wij in de eerste plaats kennis te nemen van de bepalingen van art. 100. De eerste alinea luidt: Overdracht van onroerende zaken geschiedt bij eene uitsluitend met dat Hoe die handhaving zal geschieden wordt niet bepaald.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1902 | | pagina 179