185
rechtsgevolg toegekend, wat onder de bestaande regeling ook niet noodig
is, daar thans ook relatieve nietigheid van overdrachten werkt tegen
derden.
Aangezien de failliet beschouwd moet worden als eigenaar, wiens be
voegdheid tot vervreemding tijdelijk- is opgeheven, evenals zulks het geval
is bij de buiten gemeenschap van goederen gehuwde vrouw en den cu
randus, lijdt eene vervreemding door den failliet niet aan volstrekte, doch
aan betrekkelijke nietigheid (zie Mem. v. Toel., op art 23Molengraaff,
Faillissementswet, hl. 44); zij kan zelfs niet meer tegen den kooper worden
ingeroepen, nadat de failliet bijv. met de aldus verkregen kooppen
ningen aan de schuldeischers het volle bedrag hunner vorderingen heeft
doen uitkeeren en dus aan het faillissement een einde heeft gemaakt (F.
art. 193). «De nietigheid kan slechts door bepaalde personen worden in
geroepen» (Ontwerp art. 103), in casu door den curator.
De failliet behoeft zich dus slechts van een strooman te bedienen om
het onroerend goed te brengen in handen van een derde, wiens recht dan,
volgens het Ontwerp, geëerbiedigd zou moeten worden. Is deze opvatting
juist, dan zou dus het Ontwerp hier de deur wijd openzetten voor spoliatie.
In het positieve stelsel is hiervoor geen gelegenheid en worden de be
langen van schuldeischers beveiligd zonder die van derden verkrijgers te
bedreigen. Ten opzichte van onroerende zaken werkt het faillissement
tegen derden eerst door aanteekening ervan naast die zaken op het
grondboek. Zoolang die aanteekening niet is opgeheven, wordt óf de
eigenaar tot het doen van overdracht niet toegelaten öf werkt de aan
teekening ook tegen derden, die door enkele inzage van het grondboek
er kennis van kunnen dragen.
In het Torrens-stelsel kunnen belanghebbenden bovendien reeds vóór
het vonnis van faillietverklaring bedriegelijke handelingen verhinderen
door inzending van een verbod {caveat).
Art. 505 W. v. B. Rv. bepaalt o. a.:
«Het proces-verbaal van inbeslagneming zal overgeschreven worden ten
hypotheekkantore.
«Te rekenen van den dag dier overschrijving zal de partij, tegen welke
het beslag gedaan is, de in beslag genomen onroerende goederen niet
mogen vervreemden, hypothekeren of verhuren overeenkomsten, in strijd
met dat verbod aangegaan, kunnen tegen den inbeslagnemer niet worden
ingeroepen.»
M. a. w, tegenover anderen dan den inbeslagnemer hebben die over
eenkomsten rechtsgevolgen, zij lijden dus niet aan volstrekte, slechts aan
relatieve nietigheid. Wordt het beslag opgeheven, dan is eene vervreem
ding, tijdens het beslag in de openbare registers overgeschreven, volkomen