187 vingen, genomen door een malverseerenden notaris, zonder hypotheekver- leening, zonder medewerking van den eigenaar. In dergelijke gevallen kunnen in het negatieve stelsel, zoowel hij de bestaande regeling als bij die der Commissie, derden tot dupes worden gemaakt, doch de tegenwerping dat in het positieve stelsel het gevaar eenvoudig zou worden verplaatst van derden op den eigenaar, is onjuist. Wie zoo redeneert geeft blijk de quaestie niet te hebben getoetst aan de aan de inrichting en werking van dat stelsel, en in het bijzonder ten op zichte van het Torrens-stelsel vier zaken over het hoofd te zien, n.l. 1°. dat degene, die bedrog of valschheid wil plegen, in het bezit moet zijn van het certificaat; 2°. dat voor overdracht (of voor vestiging van hypotheek") eene valsche akte moet opgemaakt worden en de valsche handteekening moet worden gelegaliseerd, waarbij dus de medeplichtigheid van ten minste één getuige wordt vereischt; 3°. dat van elke wijziging in het grondregister onmiddellijk kennis wordt gegeven aan alle belanghebbenden; 4°. dat geleden schade aan den eigenaar of den verkrijger wordt ver goed nit een assurantiefonds. De praktijk leert, dat onder deze omstandigheden het gevaar voor be drog, zoo al niet geheel denkbeeldig, dan toch veel geringer is dan onder het negatieve stelsel. Ook bij dwaling zouden we volgens de Memorie van Toelichting, bl. 376, steeds te doen hebben met relatieve nietigheid. Indien dit niet eene dwaling is van de Commissie, dan gaat zij in sommige gevallen verder dan de grondboekwetgevingen. Was de vervreemden niet in het bezit van het goed en draagt hij het bij dwaling over zonder den verkrijger het bezit te verschaffen, dan blijft de oorspronkelijke bezitter gehandhaafd volgens art. 69 VI derTorrens- wet van Zuid-Australië en 894 van het Duitsche B. W. (zie Rechtsgel. Mag. 1898, bl. 10; Tijdschr. v. had. en landm., XIV, bl. 189). Zulke ge vallen komen bijv. voor, als bij vergissing meer perceelnummers in eene akte zijn genoemd, dan het verkochte omvat. Die vergissing wordt in opvolgende akten herhaald, zoolang zij niet ontdekt is. Uit dit voorbeeld blijkt, dat het niet zoo gemakkelijk is als het schijnt, volstrekt en relatief nietige overdrachten in afzonderlijke rubrieken te vereenigen. De actie, aan den legitimaris toegekend wegens verkorting van zijn wettelijk erfdeel, zal in het vervolg krachtens art. 103 van het Ontwerp derden verkrijgers niet meer kunnen deren. Gelijke beperking ondergaan enkele andere acties, bijv. die, welke voortvloeien uit artt. 15041507 B. WT.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1902 | | pagina 189