198 achterwege blijft, is de overeenkomst niet alleen volkomen geldig, maar sorteert zij ook volle effect, en kan zij ten uitvoer gelegd worden, even- alsof haar die nietigheid niet boven het hoofd hing. Een minderjarige, die een onroerende zaak in eigendom overdraagt, maakt den verkrijger evengoed eigenaar, (gesteld altijd dat hij eigenaar was) als wanneer een meerderjarige tot die overdracht had meegewerkt. De schuldeischer, die een onroerende zaak van een schuldenaar overneemt op een tijdstip, dat dens financieele toestand hoogst precair is, wordt wederom evengoed, eigenaar, als wanneer hij met een millionair had gehandeld, terwijl eindelijk een begiftigde, die een zaak van den erflater ten geschenke ontvangt, zoolang geen ligitimaris hern zijn zaak afhandig komt maken, in geen enkel opzicht bij een anderen eigenaar achterstaat. Vergelijken wij nu met deze gevallen de door den failliet aangegane overeenkomst, dan zien wij dat tusschen beide een hemelsbreed verschil bestaat. De overeenkomst, die de failliet sloot is, wij zagen het reeds, even geldig als de overeenkomst met betrekkelijke nietigheid, neen nog veel geldiger sit venia verbo want waar ginds de overeenkomst ieder oogenblik door de in de wet aangewezen personen kon worden aangevallen, is zij hier onaantastbaar, en even geldig, als iedere overeenkomst door u of mij aangegaan. Maar en hier loopen beider wegen uiteen, waar ginds de overeenkomst ook kon worden ten uitvoer gelegd op het vermogen van den schuldenaar, en waar ginds eene overdracht werkelijk den eigendom kon overdragen, is dit bij de overeenkomst door den failliet aangegaan, (zoolang het faillissement loopt) niet het geval. Zijne overeenkomst lijdt derhalve noch aan volmaakte, noch aan betrekkelijke nietigheid; is vol maakt geldig, maar kan alleen eerst na het faillissement worden ten uitvoer gelegd. Het is hiermede als met een koopcontract betrekkelijk een zaak, die mij nog niet toebehoort ook hier zal de overeenkomst weer volkomen geldig zijn, maar eigendom vermag zij alleen niet over te dragen. En wanneer art. 1507 B. W., gelijk de jurisprudentie het tegenwoordig opvat, niet alleen eigendomsovergang ten gevolge van het koopcontract als on mogelijk, maar het koopcontract zelf als ongedaan beschouwt, nemen wij dan %ls voorbeeld een huurcontract, aangegaan ten opzichte van een zaak, die ik hoop te krijgen, maar waarvan ik mij nog geen eigenaar kan noemen. Wie zal de geldigheid van een dergelijk huurcontract betwisten, en toch zal de huurder hierdoor geen aanspraak op de zaak kunnen maken, zoolang die zaak niet eerst mijn eigendom is geworden. Volkomen dezelfde argumenten kunnen worden gebezigd tegen het door den heer Boer t. a. p. op bl. 222 beweerde ten aanzien van een overdracht J) Zie deze afl. blz. 185. (Eed.)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1902 | | pagina 200