199 gedaan door iemand, wiens goed door een schuldeischer in beslag is ge nomen. Art. 505 B. W. zegt dienaangaande: «Te rekenen van den dag der overschrijving (van het procesverbaal van inbeslagneming) zal de partij tegen welke het beslag gedaan is, de in beslag genomen onroerende goe deren niet mogen vervreemden, bypothekeeren of verburen; overeenkom sten in strijd met dat verbod aangegaan, kunnen tegen den inbeslagnemer niet worden ingeroepen». De heer Boer teekent daarop aan: «M. a. w. tegenover anderen, dan den inbeslagnemer hebben die overeenkomsten rechtsgevolgen, zij lijden dus niet aan volstrekte, slechts aan relatieve nietigheid». Ook hier treffen wij dezelfde verwarring aan. Ook hier wordt weer eene overeenkomst, waaraan geen uitvoering gegeven kan worden, zoolang het beslag bestaat, relatief nietig genoemd, alhoewel er geen meer geldige overeenkomst dan deze te bedenken is en er niemand is, die tegen de overeenkomst als zoodanig kan opkomen. Zelfs de arrestant kan die overeenkomst niet ongedaan makenalleen zal hij zich daaraan niet hebben te storen in zijn beslag en kan hij met zijn executie doorgaan, zonder dat de derde aan het contract uitvoering kan geven. Zoodra is echter het beslag niet opgeheven, of de overeenkomst kan ten uitvoer gelegd worden, evenals wij dat zoo straks zagen na eindiging van hel faillissement. Alleen zal het dikwijls gebeuren, dat die tenuitvoerlegging dan achterwege blijft, omdat de zaak niet meer het eigendom van den ex-gearresteerde is. Wanneer derhalve aan den hypotheekbewaarder niettegenstaande fail lissement of inbeslagneming van onroerend goed een staande faillissement gedane overdracht ter overschrijving wordt aangeboden, zal hij die over schrijving wel niet kunnen weigeren, gelijk hij over het algemeen niets mag weigeren, wat hem ter overschrijving wordt aangeboden, maar die overschrijving zal geen eigendom doen overgaan, zoolang niet het faillisse ment door accoord beëindigd of het beslag is opgeheven. Wordt het onroerend goed staande het faillissement door hypotheek houder of curator verkocht, of door den arrestant te gelde gemaakt, dan zal voor de gedane overschrijving alle kans verkeken zijn om ooit eigen domsoverdracht te worden; wordt het onroerend goed daarentegen niet door curator of schuldeischer verkocht, dan zal de overschrijving, zoodia het algemeen faillissements- of het bijzonder executoriaal beslag is opge heven, den eigendom op den verkrijger doen overgaan. De regeling van het Ontwerp kan dus op dit punt evenmin als de tegenwoordige wetgeving eenige moeilijkheid opleveren, en de door den heer Boer op het Ontwerp gemaakte aanmerkingen komen ons te dezen opzichte geheel ongegrond voor. M- L. van Goudoever.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1902 | | pagina 201