203 op de relatieve nietigheid van dien titel of op liet zakelijk karakter van het verhaalsrecht. I. Boer Hz. Bespreking door Mr A. A. de Pinto. Het ontwerp der Staatscommissie zal „hoogstwaarschijnlijk wel hooit wet worden" aldus voorspelt Mr. van Goudoever. Die voorspelling heeft o. i. veel kans van uit te komen aangezien het Torrens-stelsel ook hier te lande hoe langer zoo meer voorstan ders vindt. Als een bijzonder verblijdend teeken mogen we het beschouwen dat de grijze Redacteur van het Weekblad van het Recht, Mr. A. A. de [Pinto (thans als zoodanig vervangen door Mr. D. Simons), in 1893 op de vergadering der Ned. Juristen- Vereeniging nog een tegenstander, thans meer dan half bekeerd isi zooals blijkt uit onderstaande bespreking van onze verhandeling in genoemd Weekblad van 30 April 1902: «Eene mislukte herziening van ons hypotheekstelsel» (bl. 203234) is de onheilspellende titel eener bijdrage van den heer I. Boer Hzn., land meter bij het kadaster te Utrecht, die op dit gebied, dat weet ieder, die er zich ooit op heeft bewogen, zijne sporen reeds lang verdiend heeft. Het is nu meer dan 42 jaren geleden, dat, het was bij Koninklijke Boodschap van 5 Januari 1860, der Tweede Kamer werd aangeboden een ontwerp van wet tot regeling der wijze van overdracht van onroerende zaken en daarmede in verband staande verbeteringen van het hypothecair stelsel. Dat wetsontwerp ging vergezeld van eene door de toenmalige ministers van Justitie en Financiën, Boot en van Bosse, onderteekende memorie van toelichting, waarin met klem werd gewezen op de destijds reeds algemeen erkende gebreken van de geldende regeling der eigendomsover dracht van onroerende goederen en het daarmede zoo nauw verbonden hypotheekstelsel. Er kwam echter van dit wetsontwerp niets. Zeven jaren later vatte de minister Borret de zaak weder op door zijne breed gemo tiveerde voordracht aan den Koning, die leidde tol Zijner Majesteits Besluit van 9 Februari 1867, n°. 58, houdende instelling van eene staatscommissie ter voorbereiding van de herziening der wetgeving op de eigendomsover dracht van onroerende goederen, het hypotheekstelsel en het notariaat. Haar hoogst verdienstelijke arbeid, den Koning aangeboden bij haar rapport van 21 April 1870, werd door den druk openbaar gemaakt, maar bleef evenals het wetsontwerp van 1860 zonder resultaat. Negen en twintig

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1902 | | pagina 205