217
te Kootwijk, voor het Staatsboschbeheer (toen nog Domeinbestuur)
en te Harskamp aangekocht voor het militaire Schietkamp te
Harskamp.
Oorlog kocht onlangs onder Ede, met het oog op ue vestiging
van een garnizoen, heidegrond, en nam daarbij honderden hectaren
voor 100 jaar in erfpacht. Deze gronden zijn gelegen in samen
hang met de bosschen der familie Bentinck. De eigenaar dezer
goederen biedt nu aan de vorige eigenaren dier heidegronden eene
koopsom, berekend naar den rentevoet van 3 °/0 en is daardoor
eigenaar geworden van een groot heidebezit, dat hem zonder moeite
gedurende 100 jaren 3 °/o rente waarborgt. De Staat, die voor
circa 2,75 °/o naar willekeur over geld kan beschikken, schijnt het
meer gewenscht te vinden gedurende 100 jaren voor de familie
Bentinck de lasten van den eigendom te dragen, en haar 3 ^/o rente
van grondeigendom te garandeeren. dan zelf eigenaar te worden
van een uitgestrekt heideveld, om daar geheel vrij te kunnen handelen.
Kan de wetgevende macht zich niet vereenigen met de vestiging
van een garnizoen te dezer plaatse, dan kan een dergelijk terrein
alleen gedurende eenige dagen van het jaar voor manoeuvres worden
gebruikt. Hadde hier de gewenschte samenwerking bestaan met
de Afdeeling Landbouw, dan was de Staat even goed eigenaar ge
worden als de Familie Bentinck en hadde men bij eventueele mis
lukking eener garnizoensvestiging onmiddellijk kunnen overgaan tot
eene ontginning in bovengenoemden zin.
Ziet daar reeds twee gevallen van het praktische nut eener zoo
danige samenwerking van Departementen.
Juist voor onze beschouwing van heden, zullen wij nog een
ander geval leeren kennen, van zeer ingrijpenden aard.
Het valt niet te ontkennen, dat een plan voor kuituurontwikkeling,
met zoo vérstrekkend sociologisch belang, geen punt van partijbelang
is; want ik kan mij niet voorstellen dat Conservatief en Vooruit
strevend Liberaal, Sociaaldemocraat en Anti-Revolutionair, niet allen
even gaarne zouden zien, dat een deel van den arbeid der tijdelijk
onvrijen, blijvend vruchtbaarmakend werd aangelegd om tevens de
concurrentie met de handnijverheid te verminderen, op eene wijze
die het moreele effect der straf voor een deel dezer ongelukkigen
belangrijk kan doen stijgen. De verwezenlijking van een dergelijk
doel biedt echter niet de gelegenheid om de tegenpartij vliegen af
te vangen; vandaar dat het van zelf op den achtergrond treedt,