225 beeld; een ander gedeelte, dat met onbeduidende bodemvoorbereiding in kuituur werd gebracht, draagt thans een uitnemend houtgewas, van groote verscheidenheid. Ik bezocht die houtvesterij, om mij kaarteering. Wat leerde nu de opname daarvoor? In beide ge vallen stond het bosch op diluviaalzand, maar in het eerste geval was het stroomende grondwater voor de boomwortels onbereikbaar; in het andere geval werd op de diepte van 1 a 1,20 M. levend grondwater aangetroffen. Ware het nu niet onredelijk indien men de oorspronkelijke heide, die in beide gevallen hetzelfde vegetatiebeeld vertoonde op beide plaatsen naar denzelfden maatstaf had beoordeeld? Toch geschiedt dit in de praktijk nog maar al te veel, zoodat de teleurstellingen bij ontginning nog legio zijn. Men beplant heiden uit een kwartsmeel bestaande met Pmus Sylvestristerwijl de wetenschap van heden kan aantoonen dat dan in zul ken bodem eene atmospheer ontstaat die zoo rijk is aan koolzuur dat de wortels daarin stikken en afsterven. Een ander geval uit diezelfde Lüneburgerheide bewijst eveneens, dat een ernstige bodem-opname voor den landbouwer van de grootste beteekenis moet zijn. Het was in de buurt van Wester- weyhe, dat ik op voormalige heide uitnemende tarwe en zeer goede suikerbieten sinds jaren in verbouw aantrof. Hadde hier de bodem kuituur niet kennis genomen van het bodembeeld, door de van ouds bekende mergelgroeven, zeer zeker zou zij het niet gewaagd hebben dergelijke vruchten op de heide te verbouwen. Ik noem U hier deze feiten, om U het bewijs te leveren, dat de aanwezige flora niet altijd als voldoende waardeeringsaanwijzing kan worden beschouwd. Is de grondactiviteit in overeenstemming met den rijkdom aan oplosbare plantenvoedingshulpmiddelen dan getuigt de vegetatie daarvan, dus eene veel eischende en volhoudende vegetatie wijst op gronden van hooge waarde, zoowel chemisch als physisch. Eene kwijnende of eene bescheidene vegetatie geeft geen recht om den bodem ongeschikt te verklaren voor hoogere activiteit. Er liggen echter nog andere waardeeringsmomenten voor den Kadaster-Controleur ten onderzoek, die voor de bedrijfswaarde van den bodem soms nog van meer beteekenis zijn, dan een hoogeren graad van natuurlijke geschiktheid voor den hoogeren plantengioei. i i ,tov. Uo Hoor nu nlaats hebbende bodem op Ue UUUgle lo stcutii -*c r

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1902 | | pagina 227