234 eene waterpaslat in het beeld mede opneemt. Worden de afdruk ken op goed platino bromide-papier vervaardigd, dan kan daarop de kleur in waterverf worden aangebracht en men heeft spoedig een zeer waar aquarel van het geheel. 5°. Het ontwerpen der bodemlengte-profielen. De karakterlagen uit de teekening van het profiel der proef- steken bekend zijnde, dan kan men daarvan op de gewenschte tusschenpunten, door middel van boring de diepteligging bepalen en verkrijgt zoo het middel om lengteprofielen van den bodem te construeeren langs de gevolgde netlijnen. Dit deden Haselhoff en Breme in hunne „Haideböden Westfalens". 6°. Waarneming van bodemeigenschappen: a. op het terrein: wordt waargenomen o.a. diepgang van de plantenwortels; voor iedere laag het aantal vertikale luchtkanalen van aard wormen enz.; van iedere laag weerstand in grammen per m.M. tegen vertikalen druk, (Bodemsonde); de opvolgende lagen, koolzuurgehalte der bodemlucht; algemeene reactie in iedere laag; voor iedere laag het gewicht van 1 M. grond, ten dikte van de laag; gewicht der monsters voor chemisch en physisch onderzoek; waar het voorkomt stand van het grondwater. B. In het laboratorium. aa. het monstersteken voor verdere natuurkundige waarnemingen; voor chemische waarnemingen en analysen; voor mycologische waarnemingen. bb. Uitvoering, waarvoor afzonderlijke voorschriften in de be trokken handleiding te geven zijn. 7°. Het samenstellen van de uitkomsten, a. bodemkaarten. aa. humuskaarten. bb. grondkaarten. Het profielwerk leert ons waar de voorkomende grondlagen in elkaar overgaan en ten dage treden, zoodat wij daaruit de gegevens

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1902 | | pagina 236