235 putten om de verschillende grondsoorten, naar hunne horizontale begrenzing op het aardoppervlak, in lichte kleuren op de kaarten aan te geven. Voor bosschen en weiden kan men dan door ar ceeringen de verschillende humusvormen aangeven, wilde humus; ruwe humus; droog veen; nat veen. Voor verwaarloosde akkers kan deze nuanceering ook van be- teekenis zijn. (5. Bodemlengte profielen. Deze worden als bijlagen aan de betrokken kaartenbladen aan gehecht. y. Verzameling van karakterprofielen. Speciaal voor algemeene onderwijs-doeleinden is het van veel beteekenis, volgens vaste voorschriften verzamelingen aan te leggen van de onderzochte proefsteken. Prof. Dr. A. Orth heeft eene dergelijke verzameling voor het Duitsche Rijk bijeengebracht, die hij „Bodenschrank des deutschen Reiches" noemt. Het zal U nu niet moeielijk vallen zich eene voorstelling te maken, hoe men uit eenen dergelijken schat van gegevens, de karakter eigenschappen in registers kan samenbrengen, die ons met één oogopslag doen zien hoe de gronden ten tijde der opname gesteld waren: In den loop dier tijden kan men dan steeds den actuëelen toestand daarmee vergelijken. Men ontvangt dan den indruk om trent voor- of achteruitgang des bodems met betrekking tot zijne geschiktheid om hooger georganiseerde gewassen te dragen. Na raadpleging van de actuëele klimaatscijfers. Te ver zoude het mij voeren, wilde ik in alle onderdeelen, deze verschillende punten besprekentrouwens mij komt zulks thans nog ongewenscht voor. Bij onze eerste kennismaking, heb ik ge meend U voornamelijk stof te moeten geven, opdat U zich zelf klaarheid zoudt kunnen verschaffen of dan wel een goed onderlegd kadaster het meest geschikte lichaam zou kunnen zijn om de taak der bodemkaarteering op te nemen. Meer dan voor woorden zult U zich misschien voor het materiëel interesseeren, dat ik U meebracht. a. Eenvoudige kaarteeringen van Haselhoff en Breme, uit hun werk „die Haideböden Westfalens";

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1902 | | pagina 237