BOEKBESPREKING
Compendium der Geodasie von Ing. Josef Adamczik. A. O.
Professor an der K. K. Bergakademie zu Pribram. Leipzig und Wien.
Franz Deuticke 1901. VIII und 516 Seiten mit 329 Figuren.
Preis 10 Mark.
Het voor ons liggende werk behandelt in hoofdzaak de zooge
naamde lagere geodesie en houdt zich slechts in zooverre bezig met
de hoogere geodesie als noodig kan zijn om gewone metingen
aan de punten van hoogere orde te verbinden.
De schrijver neemt in zijn werk overal den positieven tak van
de X-as naar het Noorden, dien van de F-as naar het Oosten;
hij volgt daarbij niet den regel van het Oostenrijksche kadaster,
waar deze assen naar het Zuiden en Westen loopen, maar richt
zich naar Duitschland, dat in deze wetenschap door zijne rijke
literatuur hoe langer zoo meer den toon aangeaft. De voornaamste
bron voor den schrijver is dan ook geweest Dr. W. Jordan,
Handbuch der Vermessungskunde (3 Bande).
Uit den omvang der hoofdafdeelingen kan men eenigszins oor-
deelen over de behandelde stof en wel:
I.
Maateenheden en constructies op het papier
23
pag.
II.
Coördinaten-rekening
12
III.
Beschrijving, theorie en regeling der instrumenten
voor lengte- en hoekmeting
144
IV.
De vereffeningsrekening der practische meetkunde of
de methode der kleinste kwadraten
50
V.
Opmetingen
186
VI.
Hoogtemetingen.
82
VII.
Photogrammetrie
5
Nadat in het eerste hoofdstuk eenige beschouwingen zijn gegeven
over maten, noniën en instrumenten voor het uitzetten van afstanden
en hoeken op het papier, wordt door den schrijver nagegaan welke
nauwkeurigheid bij deze laatste bewerkingen kan worden bereikt.
n
n
n
n
Y!