DWAALBEGRIPPEN OP KADASTRAAL GEBIED. Het is een verblijdend verschijnsel dat in den laatsten tijd menig een, niet behoorende tot de vakmannen, zijne denkbeelden over of in verband met kadastrale onderwerpen tot meer klaarheid tracht te brengen en daarna anderen voor te lichten. Die toenemende belangstelling is zeer gewenscht om eindelijk te komen tot eene hervorming, waardoor op de eenvoudigste en minst kostbare wijze tot in verre toekomst behoorlijk kan worden voorzien in de behoefte van tal van maatschappelijke instellingen die bij het kadaster be trokken zijn. Een der gevolgen der voorlichting door leeken is, dat menig dwaalbegrip wordt verkondigd. Ook dit is echter tot zekere hoogte gewenscht. Om dwaalbegrippen te kunnen bestrijden en wegnemen, moet men ze eerst kennen en nagaan hoe zij ontstaan. Dwaalbegrippen of onjuiste voorstellingen doen minder kwaad als zij openlijk worden uitgesproken, dan wanneer zij mondeling of in voor openbaarmaking niet bestemde rapporten invloed uitoefenen op personen, die de tot stand koming eener hervorming moeten bevorderen of het initiatief er toe behooren te nemen. Wanneer men in de gelegenheid wordt gesteld kennis te nemen van de argumenten, waarop dwaalbegrippen berusten, dan blijkt dat deze in den regel zijn ontstaan door onvoldoend onderzoek, dat men zich meer heeft laten leiden door de fantasie dan door gron dige studie. Deze indruk, opgewekt door menige uiting tijdens en na de beraadslaging in de Notariëele Vereeniging in 1900, werd verleven digd bij de lezing van een artikel van den Heer Mr. I. Henri Hij mans over: het verband tussclien grondboek en kadaster in Dit artikel wordt ongeveer gelijktijdig ook opgenomen in het „Tijdschrift voor privaatrecht, notariaat en fiscaalrecht''

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1902 | | pagina 3