60
van de lastigste zaken is, welke mij ter beslissing zijn voorgelegd; want
de mogelijkheid bestaat, dat men, trachtende te gemoet te komen aan
de geopperde bezwaren, eo ipso andere bezwaren zou doen ontstaan.
Intusschen, er is mij niet gevraagd op dit oogenblik een bepaalde
decisie te nemen, wat ik trouwens ook niet zou kunnen. Ik bepaal mij
daarom tot het geven van de verzekering, dat deze zaak door mij in
ernstige overweging zal worden gehouden.
Beraadslaging over de VIde afdeeling.
(Kosten van administratie van het zegel, de registratie, de successie,
de hypotheken en het kadaster, de vermogensbelasting, de Staatsloterij,
de domeinen onder beheer van het Departement van Financiën, het
geldelijk beheer der groote wegen, vaarten en veren en der visscherijen
op de Schelde en Zeeuwsche Stroomen.)
De heer van der Zwaag: Ik heb iets te zeggen over de positie van
sommige rijksklerken bij het kadaster en de hypotheekkantoren.
Het vorige jaar reeds heb ik dit punt ter sprake gebracht en ik kan
dus kort zijn.
Er zijn onder die rijksklerken personen, die in zooverre rijksklerken
zijn dat ze wel beloond worden met Rijksgeld, maar door middel van
de hypotheekbewaarders. Onder deze bedoelde klerken zijn er die ƒ450
verdienen, ofschoon ze hetzelfde werk moeten doen als de andere rijks
klerken, wier positie om de tien jaren althans iets verbeterd wordt.
Zoo is ook dit jaar in den toestand van enkele van die rijksklerken
eenige verbetering gekomen, waartoe een som van 7000 uitgetrokken
was; doch een 40(al geen groot aantal dus zullen daarvan niet
profiteeren. Dezen nu vragen dat ook hun toestand eenigszins verbeterd
en dat die toestand, die nu abnormaal is, geregeld worde, opdat ook
voor hen geregelde opklimming tot een eenigszins voldoend salaris
mogelijk zij.
Ik zal een staaltje mededeelen, hoe het bij dezen ongeregelden toestand
soms toegaat. Er is bij voorbeeld iemand, die meer dan 30 jaren oud
is, die reeds 13 a 14 jaren in Rijksdienst heeft doorgebracht en die
somtijds wordt geroepen om de functies waar te nemen van iemand, die
met verlof is en een salaris van 2200 tot 2700 geniet deze man,
ik herhaal het, reeds meer dan 30 jaren oud, blijkbaar geschikt geacht
voor alle voorkomende werkzaamheden, ontvangt slechts een salaris
van 600.
Ik beveel deze categorie van ambtenaren dus nogmaals, of laat ik liever
zeggen, voor de eerste maal bij dezen Minister, in zijn aandacht aan