ONZE „HERDRUKTE" INSTRUCTIE.
De algemeene instructie van 1877 voor de ambtenaren van het
kadaster heeft met het leven afgedaan, voortaan spreken wij van
haar nog slechts als van de oude I. K.op 1 Januari 1901 ver
drongen door een veel minder lijvige verzameling voorschriften,
heeft zij haar 25-jarig jubilé niet mogen vieren.
Met genoegen bemerkten wij dat de nieuwe spelling haar joyeuse
entrée in onze kadastrale wetgeving mocht maken't werd trouwens
tijd, wijl wij reeds aan den vooravond staan van de invoering eener
op nieuw vereenvoudigde (Kollewijnsche) orthographie.
De verschijning van de zoogenaamd herdrukte, doch feitelijk her
ziene instructie, zal de gemoederen wel niet zoo hevig in beweging
gebracht hebben als indertijd die van hare voorgangster. Toch
zijn eenige wijzigingen en aanvullingen aangebracht wel de moeite
waard om daarop de aandacht te vestigen.
De eerste afwijking treffen wij aan in art. 12, waarvan zijn
vervallen de slotwoorden: „Die het lidmaatschap van den Gemeen
teraad of van de Provinciale Staten aanneemt, zonder machtiging
van den Minister, wordt eveneens geacht als ambtenaar van het
kadaster zijn ontslag te hebben gevraagd."
Dat de klassen voor de landmeters zijn opgeheven wordt ons
herinnerd door art. 13, waar uit het laatste lid zijn weggelaten
de woorden: „en bij bevordering in eene hoogere klasse."
Aan art. 17 is een nieuw lid toegevoegd v'aaruit wij leeren,
dat op aanvragen om verlof van bewaarders, de ingenieur-verifica
teur moet w'orden gehoord en dat deze van de beschikkingen op
die aanvragen genomen, mededeeling zal ontvangen.
Uit het 2e lid van art. 21 blijkt, dat de ingenieur-verificateur
voortaan pas uiterlijk vóór 24 Februari de staten van personeele
beschrijving aan den Minister behoeft terug te zenden. Vier nieuwe
alinea's zijn aan dit artikel toegevoegd die vre reeds kennen uit de
Min. lies. van 4 Nov. 1895 n". 48 Beg.