77 Een andere vraag is, of door de weglating van oud art. 95 het recht is verkregen om bij overgang van alle perceelen van een leggerartikel op eenzelfden eigenaar, het oude artikel te laten bestaan en in het hoofd daarvan den ouden naam door te halen en den nieuwen in te vullen, met vermelding ter zijde, van dienstjaar en volgn0. van den staat n°. 73 en van deel en nommer van het hulpreg. n°. 4 en om bij overgang op twee of meer nieuwe ver krijgers, voor een daarvan, alleen een verandering in het hoofd aan te brengen, Is dat werkelijk de bedoeling, dan zal het voorschrift van art. 109 2e lid, hoe te handelen indien net geheele leggerartikel vervalt, alleen nog belang hebben voor de gevallen, dat in het hoofd volstrekt geen ruimte meer is overgebleven voor invulling der nieuwe namen. Art. 116 over de boeking van posten uit het reg. n°. 50 geeft geen opheldering, daarin wordt eerst aangegeven hoe het hoofd moet worden gewijzigd, wanneer er meer dan een erfgenaam is en daarna, dat de goederen die op één erfgenaam overgaan, op diens artikel moeten worden gebracht, indien hij reeds een artikel in den legger heeft. Ook daar dus een open vraag hoe moet worden gehandeld indien de nieuwe verkrijger nog geen artikel in den legger heeft. Aan een overboeking als boven is aangegeven enkel door verandering van het hoofd van het leggerartikel die ons steeds zeer eenvoudig en geschikt toescheen, welke wijziging van de boek houding wij zouden prijzen, had de nieuwe I. K. wel een imperatief voorschrift mogen wijden. Voor de nieuw aan te leggen leggers achten wij, indien onze onderstelling juist is, een andere inrichting van het hoofd gewenscht. In een nieuw art. 94 vinden we vermeld hoe de goederen van vennootschappen onder eene firma moeten worden gebracht. Daarbij is gevolgd het voorschift van de Min. Res. d.d. 23 December 1889 n°. 5 Reg™, met dien verstande, dat het onderzoek naar denamen der firmanten bij den ontvanger der registratie, voortaan mag achterwege blijven. Zijn de firmanten niet of niet alle bekend, dan moet bij den naam der firma aangeteekend worden „de" of „de overige firmanten onbekend". Van een paar aanschrijvingen van den Minister van Financiën welke, door bemiddeling van de ingenieurs-verificateur, alleen aan de bewaarders zijn medegedeeld, waarbij de boekhouding werd ge-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1902 | | pagina 77