80
is geschied, de grenzen hunner eigendommen door blijvende ken-
teekenen zichtbaar te maken.
Bij art. 148 (oud 182) hadden we gaarne in het le lid de bijvoeging
gezien: „daarbij wordt gevolgd de orienteering van het minuutplan".
Na al hetgeen daarover in .Jrg. X, blz. 29 en 30 van ons
Tijdschrift is geschreven en op de algemeene vergadering van
24 Augustus 1896 door de leden van ons genootschap is gesproken,
zal de lust om door wijziging der orienteering last en verwarring
te stichten wel niet zoo heel groot meer zijn, maar een verbods
bepaling ware voor alle zekerheid toch wenscheiijk geweest.
5. Over de vernieuwing der bijbladenbevat nog onveranderd
de oude bepalingen.
We hebben met genoegen in ons tijdschrift de literatuur over
dat onderwerp nog eens nagelezen en gelooven dat men wel
langzamerhand van het uitsluitend kaarteeren bij het vernieuwen
zal zijn teruggekomen. Maar hoe ook vervaardigd, het bijblad mag
nooit een anderen toestand scheppen dan minuutplan en hulpkaarten
aangevendoet het dit toch, dan deugt het niet om daarvan hulp-
kaarten over te nemen.
Minuutplan en hulpkaarten, deze met de grootste zorg opgemaakte,
volledig nageziene en daarna goedgekeurde stukken, vormen den
blijvenden grondslag voor de voortzetting der instandhouding van
het kadaster. In tegenstelling met hen zijn bijbladen slechts
tijdelijke hulpmiddelen, voorbijgaande bescheiden. Over jaren gaat
het met de nieuwe bijbladen als het weleer met de oude ging,
komen ook zij in een hoek op den zolder terecht, niemand vraagt
dan meer naar hen, niemand heeft hen meer noodig, en ook de
inventaris kent hen niet.
Het bijblad mag niets verbeteren en niet afwijken van minuut-
en hulpkaarten, dat staat bij ons vast, maar het mag ook vooral
niet minder nauwkeurig zijn dan deze bescheiden, daarom is kaar-
teering van kleine veranderingen, die niet zuiver gekopieerd kunnen
worden, onafwijsbaar, alleen voor meer uitgebreide wijzigingen
mag het kopieerglas diensten bewijzen.
Een geval als waarop wordt gewezen in ons Tijdschrift, Jrg. XII
blz. 114 fig. 6 en 7, heeft zich ook hier voorgedaan, n.l. dat den
huis op de hulpkaart binnen de grenzen van het perceel en op het
bijblad daar overheen werd gekaarteerd, en een ander, dat een
groote terrein verandering van de latere jaren, op een hulpkaart