84
Betrekkelijk de overgifte van het archief, in art. 197 (oud 229)
op nieuw geregeld, is nader bepaalddat de optredende ambtenaar
binnen zes maanden na de overgifte, wegens later gebleken be
schadigde of vermiste stukken, op de door teekening van den
inventaris gegeven décharge kan terugkomen.
In art. 199 (oud 231) eene aanvulling, n.l. dat herstellingen
aan de stukken tot het archief behoorende ten kantore moeten
geschieden.
Een kleine verbetering bevat ook art. 200 (oud 232) n.l. dat
de plans behalve in portefeuilles, ook mogen worden bewaard in
kasten en dat beiden van rijkswege zullen worden verstrekt, voorts
dat ook de afgedane staten van oninvorderbare aanslagen in de
grondbelasting moeten worden bewaard bij de extracten uit het
reg. n°. 21 (grondbel.) en de andere ter plaatse genoemde stukken.
Art. 201 (oud 233) bevat de nieuwe bepaling, dat de hulp-
kaarten opgemaakt op formulier n°. 65 niet meer mogen worden
gevouwen, maar op dezelfde wijze moeten worden bewaard als de
hulpkaarten op papier van grooter formaat.
Art. 202 oud 234). De inbinding der staten n°. 75 behoeft,
zooals we vroeger reeds vermeldden, voortaan niet meer kantons-
gewijze te geschieden.
Art. 203 (oud 235) bepaalt, met afwijking van zijn voorganger,
dat de inbinding der staten n°. 75 zonder machtiging kan
geschieden.
In de bewaring der veldaanteekeningen is een practische ver
betering gekomen, deze behoeven niet meer per dienstjaar te worden
verzameld, maar moeten gemeentensgewijze worden gerangschikt.
Nog doeltreffender ware o. i. geweest eene bepaling als voor de
berging der hulpkaarten is voorgeschreven, bijv.:
„De veldaanteekeningenuitgezonderd die van de dienstjaren 1859
tot en met 1870 voor zoover deze in boekjes zijn verzameldworden
zoowel aan het bureau van den ingenieur-verificateur als aan de be
waring.gemeentens- en sectiesgewijze gerangschikt en in de volgorde
van de nommers der daarop voorkomende nieuwe perceelen aan het
hoofd van elk blad voorzien van een dóórloopend volgnommer in rooden
inktvoor elke sectie met n°. 1 beginnende. Zij worden bewaard in
portefeuilles of pakkettenvoorzien van behoorlijke opschriften
De veldaanteekeningen opgemaakt vóór dienstjaar 1859 zijn hier
en daar per dienstjaar in boekjes ingenaaid, maar vervaardigd op