DE INVOERING VAN RUILVERKAVELING,
hare juridieke grondslagen en organisatie. J)
De heer Boer zegt in hoofdzaak het volgende:
Het grondbegrip van ruilverkaveling2) wordt door Dr. Schlitte
(„Die Zusammenlegung der Grundstücke in ihrer Volkswirthschaft-
lichen Bedeutung und Durchführung", bl. 13) aldus omschreven:
„Op verlangen van alle of van een door de wet nader bepaald
deel der belanghebbenden en naar eene wijze van uitvoering
overeenkomstig regelen, door de bevoegde overheid gesteld, worden
de verspreide eigendommen in eene gemeente of in een deel ervan
tot eene massa vereenigd, vervolgens door nauwkeurige meting en
schatting het aandeel van iederen belanghebbende vastgesteld en,
na evenredigen aftrek voor gemeenschappelijke werken (wegen,
waterloopen enz.) aan ieder zijn deel toegewezen volgens een
wetenschappelijk verdeelingsplan, naar 't welk elk perceel een
doelmatigen vorm heeft, het overtollige water kan loozen, aan den
weg gelegen en vrij van servituten is en ongeveer van dezelfde
hoedanigheid als de ingebrachte perceelen."
Ruilverkaveling heeft alzoo tot onmiddellijk gevolg: vereeniging
der verspreid liggende perceelen van eenzelfden eigenaar, verbetering
van den vorm, in de toegankelijkheid en in de afwatering der
ongebouwde eigendommen.
In landen waar geen wettelijke regeling van ruilverkaveling bestaat,
kan deze alleen tot stand komen als alle belanghebbenden het op
alle punten eens zijn en ook derden (hypotheekhouders bijv.) hunne
medewerking verleenen. Dit komt alleen voor bij geringe opper
vlakten. Zulke vrijwillige ruilverkavelingen hebben slechts een
beperkt nut en dikwijls het groote nadeel dat zij eene organische
ruilverkaveling over groote oppervlakten bemoeilijken of verhinderen.
In vele staten zijn daarom wetten ingevoerd die ruilverkaveling
Aanteekeningen. Vergad. Jur.-sectie Prov. Utr. Genootschap van K. en
W. Juli 1902.
2) Het woord landverlegging in de «Aanteekeningen» is hier vervangen door
«ruilverkaveling», zijnde deze uitdrukking thans aangenomen door de Commissie
«Ontginning» van het Ned. Landbouw-Comité.