125
De Voorzitter dankt den spreker voor zijne belangrijke voordracht
en opent daarover de beraadslaging.
Prof. Naber stelt allereerst de vraag of het stelsel van ruil
verkaveling wel kan worden toegepast bij ons negatief stelsel. Men
kent ten onzent de eigenaren der verschillende landerijen niet met
voldoende zekerheid, zoodat het stelsel in de praktijk tot moeilijk
heden zou leiden. Waar in Duitschland de ruilverkaveling plaats
heeft is het positieve stelsel van kracht.
De heer Boer antwoordt dat de ruilverkaveling ook is toegepast
in Rijn-Pruisen waar toen nog evenzeer het negatieve stelsel gold,
en ook in Elzas-Lotharingen. Men ging dan uit van de aanwijzingen,
welke het kadaster omtrent de eigenaren gaf. Zij die beweerden
eigendomsrechten op de goederen in quaestie te hebben konden
voor hun rechten opkomen. Op een gegeven oogenblik werd de
ruilverkaveling onbetwistbaarde eigenaar van een stuk grond kon
alleen zijne rechten doen gelden op het land, dat daarvoor in de
plaats was getreden.
Mr. van Bolhuis meent, dat ruilverkaveling onteigening onder
stelt; immers de verschillende grondstukken worden eerst in ge
meenschap gebracht en dus aan den eigenaar ontnomen.
Spreker vraagt naar de ervaring in andere landen omtrent de
deskundigen opgedaan. Kunnen zij in verschillende streken van
het land voldoende terreinkennis bezitten en zijn zij volkomen on
partijdig? Spreker acht de uitsluiting van den rechter bij de pro
cedure minder gewenscht. Ook meent hij, dat tengevolge van de
verschikking der op de onderscheiden grondstukken rustende hypo
thecaire rechten toch weer splitsing van de perceelen zal komen.
Prof. Molengraaff betwijfelt de duurzaamheid van de resultaten
der verkaveling in verband met ons erfrecht. In Duitschland blijft
het landbouw bezit meer in eene hand door het Anerberecht. Eene
nadere regeling van het erfrecht zou dus noodig zijn.
Mr. J. A. Levy vraagt of de dwang welke in het aanbevolen
stelsel van staatswege zal moeten worden geoefend, wel past in
ons staatsorganisme. Wij kennen geen dwang om te komen tot
gemeenschap, wel vrijheid om te treden uit gemeenschap. Welke
is de rechtsgrond, waarop het stelsel steunt Er is geene onteigening,
want het belang van de eigenaren staat op den voorgrond. Spreker
meent dat het stelsel steunt op een socialistisch denkbeeld; het
zweemt naar landnationalisatie.