14
Antwoord: eene raming is bezwaarlijk te maken. Daarbij zou natuur
lijk in de eerste plaats rekening gehouden moeten worden met het
personeel, waarover te beschikken' zou zijn. Wil men zoo spoedig
mogelijk geheele vernieuwing, dan moet het personeel tijdelijk
uitgebreid worden en later geleidelijk verminderd.
„Zou het tegenwoordig personeel berekend zijn voor hermetings-
werkzaamheden
„Een groot deel zeer zeker," is het antwoord.
„Hoeveel zal die vernieuwing kosten?" is daarna Z.Exc.'s vraag.
Het heeft Z.Exc.'s bijzondere aandacht getrokken, dat de heer
van Iterson 42 millioen raamt en de heer Boer 12 millioen.
„Is de vernieuwing op de oude wijze duurder dan op de dooi
den heer Boer bedoelde manier?"
Deze verklaart nu, evenals in de Not. Ver., hoe hij aan zijne
begrooting gekomen is, en merkt daarbij op, dat de grondslag-
waarop de raming berust van den lieer van Iterson, evenmin
bekend is, als de grondslag eener vroegere raming van 40 millioen
door Minister Pi er son medegedeeld.
Verder treedt hij in de bekende beschouwingen over splitsing in
eigendoms- en belastingkadaster. Alleen voor eigendomsperceelen
is nauwkeurige opmeting noodzakelijk. Voor belastingperceelen is
een eenvoudige benaderende opneming voldoende, terwijl bij de
tegenwoordige wijze van meten met de grootste, geheel overbodige
nauwgezetheid, elke afwijking van de rechte lijn voorkomende in
de grenzen van een belastingperceel opgemeten wordt. Splitsing
in eigendoms- en belastingkadaster zal zeer zeker groote kosten
besparing tengevolge hebben.
Ten slotte wordt er op gewezen, dat, al kost de vernieuwing
veel, de tegenwoordige vernieuwing niet minder kost en vernieu
wing op deugdelijke grondslagen, de herhaling van reeds eenmaal
uitgevoerde hermetingen zal voorkomen.
Z.Exc. verklaart aan de cijfers 42 en 12 millioen niet meet
waarde te hechten dan aan wat hij noemt: debatingcijfersHij
meent verder, dat de voorstanders van een kadaster met bewijs
kracht te veel op hun stuk blijven staan, wat betreft de rechtsgeldigheid
Ze schijnen hem in menig opzicht even pessimistisch toe als de
socialisten. „Qui trop embrasse, mal étreint!"
Daarom
„afgezien van rechtsgeldigheid of bewijskracht wat