148
afgescheiden leden van een kleine gemeenschap als de'onze, niet
op werkelijke onoverkomelijkheden afstuiten, vooral niet wijl het
bekend is, dat de afgescheidenen van de zijde van hen die in het
gemeenschapsverband bleven, een hartelijk en oprecht gemeend:
„Weest welkom" wacht.
Negentien jaren vloden heen, het veld onzer werkzaamheid nam
in dat tijdsverloop nog in omvang toe, het „doel" in 1884 gesteld
zijn wij intusschen belangrijk genaderd.
Tot deze laatste erkentenis moet ieder komen, die onbevoor
oordeeld zich op de hoogte stelt van de algemeene verhoudingen,
„voorheen" en „thans".
Onze geheele actie kan in deze weinige bladzijden niet in bizon-
derheden worden behandeld; wij vertrouwen echter uit de periode
die achter ons ligt genoeg gegevens bijeen te kunnen garen, voor
een vluchtige schets, waarin het bewijs geleverd wordt van de juist
heid onzer uitspraak.
Wij hebben geijverd voor algemeene belangen, voor speciale
dienstbelangen, en niemand kan het ontkennen, ook voor de
persoonlijke, voor de zuiver materieele belangen, en wij hadden
op ieder gebied succes.
De eerste en de tweede belangensfeer zijn niet altijd scherp van
elkander te onderscheiden, omdat op feiten te wijzen valt, die
zoowel onder de eene als onder de andere categorie kunnen worden
gerangschikt.
Dat op 't oogenblik in Nederland over het geheel de vernieuwing
van het kadaster op technisch wetenschappelijken grondslag wordt
uitgevoerd een algemeen belang en tevens een dienstbelang
hebben wij te danken aan de omstandigheid dat het Tijdschrift
reeds bij den aanvang van zijn bestaan er op wees, hoe nood
zakelijk het voor den Nederlandschen landmeter was, zich op de
hoogte te stellen der Pruisische Anw. IX vom 25 Oktober 1881.
De schrijver der artikelen voorkomende in den lsten i) en in den
gden 2) jrg_ onder den titel: „De Pruisische driehoeksmeting van
Bldz. 27, 153, 185, 193.
"-) Bldz. 137.