152
Jrg. XVIII (1902) bldz. 132. Vastlegging van een trigonometrisch
punt aan punten van een net van hoogere orde, of aan reeds
bepaalde punten van het net van lagere orde, ter toelichting van
de nieuwe voorschriften.
In „Ons Doel" wordt van het kadaster gezegd:
„Bet is een factor geworden voor de rechtszekerheid van den grond
eigendom en staat daardoor in verband met het grondcrediet."
„Pogingen tot doortastende hervorming van het eigendoms- en
hypotheekrecht stuiten op een gebrekkig kadaster af.''
Deze beide feiten hebben aan een uitgebreide literatuur, waar
van een groot gedeelte in ons Tijdschrift werd opgenomen, het
aanzijn geschonkenaan de literatuur der rechtsgeldigheid en
der bewijskracht ten aanzien der eigendomsgrenzen.
Uit den breeden stroom van verhandelingen aan ons Tijdschrift
toegevloeid, brengen wij in herinnering:
Jrg. I (1885) bldz. 15. Een nieuw ontwerp van wet tot regeling
van het notarisambt.
Jrg. II (1886) bldz. 49. De toekomst der registers van registratie
en van hypotheken.
Jrg. II (1886) bldz. 154, 185. De verjaring als middel van
eigendomsverkrijging.
Jrg. IV (1888) bldz. 201. Verbetering zoo van het hypothecair-
stelsel als der boekhouding.
Jrg. V (1889) bldz. 244. Onze openbare eigendomsregisters.
Jrg. VI. (1890) bldz. 56. Hypothecair-kadastrale boekhouding;
gedeeltelijke kadastrale perceelen.
Jrg. VIII (1892) bldz. 3, 25, 112. Reorganisatie van het kadaster.
Jrg. VIII (1892) bldz. 129, 153. Het grondboek en het T orrens-
stelsel.
Jrg. IX (1893) bldz. 3. Beginselen van mobilisatie.
Jrg. IX (1893) bldz. 122, 151. Het kadaster in de Nederlandsche
Juristen-vereeniging.
Jrg. X (1894) bldz. 49. De werking van het negatieve stelsel
van openbaarheid.
Jrg. X (1894) bldz. 153. Een terugblik.x)
Deze is de tweede, moge het de laatste zijn, en moge tot slot, te harer
tijd een jubelhymne volgen.