154
verhandelingen er naar streeft, de overtuiging van de noodzakelijkheid
der hervorming van onzen tak van dienst ingang te doen vinden
bij aan ons verwante maatschappelijke groepen, en dus, gelet op
het huidige stadium van den strijd dien wij voeren, niet genoeg
kan worden herlezen en bestudeerd. Alle artikelen bij elkaar ge
nomen, wordt zoowel „vóór" als „tegen" gepleit.
Er is nog een cyclus van beschouwingen waarop wij meenen
afzonderlijk de aandacht te moeten vestigen, wijl het ons nu en
dan nog blijkt, dat aan actualiteit weinig of niets verloren ging.
Wij hebben het oog op:
Jrg. II (1886) bldz. 98. Fouten in de opgaven der meetkunstige
beschrijving van het Koninkrijk der Nederlanden.
Jrg. IV (1888) bldz. 12. Ons kadaster en de driehoeksmeting
van Krayenhoff.
Jrg. IV (1888) bldz. 17. Wat wij van de vernieuwing der secun
daire driehoeksmeting verwachten.
Jrg. IV (1888) bldz. 75, Ingezonden stuk.
Jrg. V (1889) bldz. 3, 217, 257. Overzicht van de graadmetingen
in Nederland (met platen).
Jrg, VII (1891) bldz. 65, 109. Idem.
Jrg. VIII (1892) bldz. 89. De eischen der medewerking van
Nederland aan de internationale aardmeting.
Thans gelooven wij er toe te kunnen overgaan in algemeene
bewoordingen mede te deelen, wat meer nog in de achttien ver
schenen jaargangen wordt gevonden, ook wijl wij in hoofdzaak nog
slechts op onderwerpen onzer jongste propaganda hebben te wijzen,
en de daarover verschenen literatuur dus voldoende bekend mag
worden geacht.
Menig artikel werd geplaatst waarin gevallen werden behandeld
voorgekomen bij, of betrekking hebbende op onzen dagelijkschen
arbeid.
Het belangrijkste op dit gebied wordt ongetwijfeld geleverd in:
Jrg. IX (1893) bldz. 37, 87. Oeverconstateeringen (geïll), en in:
Jrg. XV (1899) bldz. 153. De rechten op aanwassen langs onze
groote rivieren, in verband met het ontwerp tot herziening van
het Burgerlijk Wetboek.
Voorts werden in het Tijdschrift opgenomen alle verslagen van