161
De door den Minister aangevoerde bezwaren luidden:
»De heeren durven de consequentie van hun stelsel niet aan, in
plaats van een kadaster met rechtskracht, wenschen zij thans een
kadaster met bewijskrachtdat is een stelsel met achterdeurtjes.»
«De bewering dat er in deze zaak een «communis opinio» zou ontstaan
zijn, is niet houdbaar.»
«Het kadaster is reeds thans bewijsmiddel, al is het niet speciaal
in het Burgerlijk Wetboek genoemd.»
«De onzekerheid, tengevolge der onnauwkeurigheid der kadastrale
kaart is gering, anders zou men geen geld in den grond beleggen,
waarbij slechts 2*/2 °/0 wordt gemaakt.»
«De eigenaar die meer zekerheid wenscht, kan met zijn buren
een delimitatie-contract sluiten.»
Zij zijn door de redactie van het Tijdschrift weerlegd in het
artikel: „Minister Pierson over het rechtsgeldig kadaster."
Van af 26 Augustus 1897 weten wij voor het eerst waaraan
ons te houden; van af dat tijdstip is het ons bekend, dat van de
zijde van het bestuur der afdeeling Registratie in afzienbaren
tijd geen steun voor „Ons Doel" mag worden verwacht.
Meergenoemde audiëntie zou echter korten tijd later nog grooter
winst ons brengen.
De Minister mocht al de zijde der Registratie hebben gekozen
voor wat betreft de juridische en de administratieve zijde van het
vraagstuk, met betrekking tot de technische zijde was de bekeering
van Z.E. minder volkomen.
Zijne Excellentie was n.l. overtuigd geworden, dat herziening der
voorschriften betreffende de vernieuwing van het kadaster nood
zakelijk was; de eer hiervan komt beslist aan onze Vereeni-
ging toe.
En wars van alle halfheid droeg hij het korps ingenieurs-verifi
cateur van het kadaster in het voorjaar van 1898 op, nieuwe
voorschriften voor een onderdeel der techniek van ons dienstvak,
voor de hermetingen, d. w. z. voor de vernieuwing van het kadaster
te ontwerpen.
Er werd in die dagen gemompeld dat niet meer werd bedoeld
dan eenvoudige wijziging, meer in verband met de eischen van den
tijd, der artt. 135 t/m. 178, voorkomende in de Algemeene Instructie
voor de ambtenaren van het kadaster uit het jaar 1877, een
Jrg. XIII (1897) bldz. 105118.