162
wijziging gewenscht geacht, wijl de oplaag van die Instructie was
verbruikt, en men althans tot herdrukken dier verouderde bepa
lingen niet meer wilde overgaan.
Was deze opvatting juist, dan zou daaruit moeten worden afge
leid, dat het tijdstip der invoering van hervormingen bij het kadaster
afhankelijk is geweest van eene omstandigheid van zeer onder
geschikt belang, nml. van de kosten van een herdruk van een
gedeelte der instructie. Wij meenen dan ook met nadruk hiertegen
te moeten protesteeren en kunnen niet aannemen, dat er grond
zou bestaan, om tegen het bestuur van ons dienstvak zulke ernstige
beschuldigingen in te brengen.
De uitkomsten van den arbeid der hoofdambtenaren werden aan
het korps landmeters vier jaren later in 1902 uitgereikt, in
den vorm eener: „Handleiding voor de technische werk
zaamheden van kadastrale hermetingen," een boekje dat
ruim „twee" vel tekst beslaat, welke hoeveelheid tot bijna „vier"
vel stijgt, wanneer men de weinige berekening-formulieren die er
aan zijn toegevoegd, medetelt.
De wijze van samenstelling van deze „Handleiding," die aan
onze propaganda haar aanzijn dankt, levert voor eens en voor goed
de officieele erkenning van het feit,- dat de inrichting van het
Kadaster geheel valt buiten het terrein, waarover de afdeeling
Registratie haar beheer kan uitstrekken.
Er zijn niet veel woorden noodig om de onomstootelijkheid dezer
stelling, nu ons deze „Handleiding" werd geschonken, te bewijzen.
Wij willen aanvangen met op eenige der eigenschappen te wijzen,
die in een persoon tegelijkertijd aanwezig moeten zijn, zal die
eenling zich van een titansarbeid als Z.E. Piers on vroeg, met goed
gevolg kunnen kwijten.
In de eerste plaats moeten de werkzaamheden te velde in
hun vollen omvang geen enkel geheim voor hem inhouden;
op het terrein moet hij over alle bezwaren die zich voordoen, op
wetenschappelijke wijze en tegelijkertijd langs logischen weg kunnen
zegevieren; dan moet hij geboren docent in de wiskunde zijn,
die wetenschap moet hij weten te geven in een vorm, die zich
eigent voor een dagelijksch gebruik door ambtenaren, van wie een
overvloed van praktischen arbeid, in ieder opzicht geschikt voor
veelzijdige maatschappelijke doeleinden wordt verlangd, en die
daarom tijd en gelegenheid en ook dikwijls den lust missen, om