169 waren, behaalden de voorstanders van een kadaster met bewijskracht een schitterende overwinning. Bij de stemming verklaarden van de 78 personen, die daaraan deelnamen, zich 69 er vóór en slechts 9 er tegen. «Die stemmen waren aldus verdeeld: notarissen: 5 voor, 1 tegen; candidaat-notarissen9 voor, 2 tegen (de twee tegenstemmers waren registratie-ambtenaren), advocaten: 1 voor, 0 tegen,landmeters en ingenieurs van het kadaster: 53 voor, 0 tegen. «Bij deze groepen was dus vrijwel eenstemmigheid; de landmeters, de deskundigen bij uitnemendheid, verklaarden zich als één man, vóór de hervorming; de notarissen en de candidaat-notarissen, die voortdurend met het kadaster in aanraking komen en er niet van kunnen worden verdacht, hetzij, dat zij in den regel te hard wegloopen met nieuwigheden, hetzij dat hun eigen belang weer onwillekeurig meesprak, verklaarden zich als men de registratie ambtenaren voor een oogenblik ter zijde laat met slechts één stem tegen, met 14 vóór de invoering van een kadaster met bewijskracht. «Alleen bij de hypotheek-bewaarders, die zonderling genoeg ambtenaren van de registratie zijn, was de stemming anders. Van hen stemden 6 tegen en slechts één voor den maatregel. «De stemming in de Notarieele Vereeniging heeft nog eens duidelijk bevestigd, dat de registratie-ambtenaren, die door hun opleiding en hun werkkring er toe worden gebracht bun oog bijna uitsluitend op fiscale belangen te richten, met een fiscaal kadaster als wij thans hebben - behoudens eenige verbetering in de uitvoering tevreden zijn. De heer van Iterson, hypotheekbewaarder te Amsterdam, liet zich zelfs zoo sterk uit, dat hij een zoogenaamd eigendomskadaster niet zou willen hebben, ook al kon hij het voor niets krijgen, en de hoogste ambtenaar in het korps der registratie, de heer Bouman, die als administrateur der registratie den Minister van Financiën, onder wiens departement het kadaster thuis behoort, van advies dient, was aan de door de groote meerderheid der vergadering verlangde hervorming al met niet gunstiger gezind. «Schijnbaar zijn wij met deze ontleding van de stemming in de Notarieele Vereeniging in bizonderheden afgedaald, welke voor het publiek van geen belang zijn. Deze ontleding is echter in werke lijkheid voor het publiek van het grootste gewicht. De registratie ambtenaren zijn in deze zaak— om het niet sterker uit te drukken stellig niet meer deskundig dan de landmeters en de notarissen en candidaat-notarissen, en hun gevoelen wordt door het bijna een stemmig oordeel der andere deskundigen zeker meer dan opgewogen. Toch ontvangt de Minister van Financiën zijne voorlichting over dit

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1903 | | pagina 171