170
onderwerp alleen van den kant der registratie, het gevolg is dan ook
dat de heer Pierson, door die eenzijdige voorlichting, aan het
denkbeeld der invoering van een kadaster met bewijskracht vijandig
gezind is geworden. Wanneer de kwestie bij de Staatsbegrooting
ter sprake mocbt komen, zal dat opnieuw duidelijk genoeg blijken.
«Welnu de stemming welke in de Notarieele Yereeniging werd ge
houden, heeft zonneklaar aangetoond, dat een minister, die zich in
deze materie alleen door ambtenaren der registratie laat inlichten,
een zeer eenzijdigen indruk daarvan moet ontvangen.»
«Wordt doorgegaan op den thans ingeslagen weg en wordt het
kadaster, zonder grondige hervorming, vernieuwd, dan zullen milli-
oenen worden besteed op een wijze die, naar het oordeel der meest
deskundigen, bedenkelijk veel gelijkt op in het water gooien daarvan.»
«Het is te hopen, dat men er van de zijde der Tweede Kamer op
zal aandringen, dat de Minister zich over dit belangrijke onderwerp
minder eenzijdig zal laten voorlichten dan het geval is, als hij— gelijk
lot nu toezijn licht alleen opsteekt bij de afdeeling Registratie
van zijn departement.
Wij namen het slot der beschouwingen van den hoogleeraar
volledig over, omdat het bewijs van het bestaan van een „communis
opinio" er o. i. overtuigend door wordt geleverd, en dus een dei-
gewichtigste bezwaren door Minister Pierson in 1897 tegen de
hervorming van het kadaster geopperd, er door wordt weerlegd.
Wij geven gaarne toe, dat de meerderheid van de ambtenaren
der Registratie nog buiten bedoelde gemeenschap van meening
staat; op geen enkel gebied is echter volmaakte eenstemmigheid
bereikbaar, en van die zijde zal eerst dan geen oppositie meer
uitgaan, wanneer feiten voor goed en afdoende hebben aangetoond,
van hoe geringe waarde de instelling van het heden is, waarmede
de geachte opposanten bijna dagelijks in aanraking komen, waar
mede zij zich innig hebben vereenzelvigd, waarin zij zoo hecht en
stevig zijn vastgegroeid, dat hun gezichtseinder op dit gebied, door
hetgeen is, voor 't oogenblik volstrekt wordt afgesloten.
Terloops werd reeds opgemerkt dat het tijdstip aanstaande is,
waarop de medewerking van de ambtenaren van het kadaster zal
worden ingeroepen bij de oplossing van een vraagstuk van econo-
mischen aard.
Aan de Commissie Ontginningvan het Nederlandsch Land-