171 bouw-Gomité komt de eer toe dat probleem door het rapport No. 159, „Maatregelen tot het verkrijgen van beter afge ronde eigendommen" aan de orde te hebben gesteld. Uit deze agronomische hervorming, die hier te "lande onder den naam „ruilverkaveling" bezig is zich baan te breken, vloeit noodwendig „het kadaster met bewijskracht" voort; het behoeft dus niet te bevreemden dat onder haren invloed, de Ver- eeniging voor Kadaster en Landmeetkunde in de laatste vier jaren een bloeiperiode van activiteit intrad. De eerste literatuur over de ruilverkaveling x) verscheen in ons orgaan in het voorjaar van 1898, er bestaat dus geen reden de sints dat tijdstip in verband met dit onderwerp opgenomen arti kelen, afzonderlijk te vermelden; zij zijn allen overbekend. Bij de uitkomsten die verkregen werden moet echter wel worden stilgestaan, zij toch maken een belangrijken schakel van ons over zicht uit. Het „rapport 159" zooeven vermeld, gaf aanleiding aan het Be stuur onzer Vereeniging tot het inzenden (1899) eener memorie over het onderwerp „ruilverkaveling", bij den heer Directeur- Generaal, Chef der Afdeeling Landbouw, welke afdeeling toenmaals nog onder het Departement van Binnenlandsche Zaken ressorteerde. De Directeur-Generaal stelde de memorie in handen van het Nederlandscli Landbouw-Comité ter kennisneming, en met verzoek haar uit te reiken aan den Voorzitter der Commissie „Ontginning." Een gevolg van een en ander was, dat de Voorzitter der Ver eeniging voor Kadaster en Landmeetkunde en de Redacteur van haar Tijdschrift door het Dagelijksch Bestuur van het Nederlandsch Landbouw-Comité in 1900 werden uitgenoodigd, mede zitting te nemen in die Commissie. Een tweede gevolg van ons optreden in deze aangelegenheid was, het opnieuw aan de orde komen van het sints 1891 hangend gebleven opleidingsvraagstuk, dat thans, onder den drang der omstandigheden, aanzienlijk uitgebreid, aanleiding werd, dat wij in verbinding kwamen met het College van Directeuren der Rijks- Landbouwschool te Wageningen, waar op 18 Juli j.l. de kennismaking, die tot op dat tijdstip een nagenoeg louter schriftelijke was, door ons bezoek in een persoonlijke werd omgezet. Aanvankelijk door het woord «landverlegging» aangeduid.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1903 | | pagina 173