173
reis- en verblijfkosten van af den len Mei zou plaats vinden naar
de bepalingen van het Kon. Besl. dd. 5 Januari 1884 StbldNo. 4).
Voor de eerste maal was dit onderwerp behandeld op de Alge-
rneene Vergadering op 7 November 1898 te Amsterdam gehouden x),
met het gevolg snel werkt een Vereeniging nu eenmaal niet
dat het Bestuur op 26 Maart 1902 een verzoekschrift met toelichting
bij de Regeering inzond, waarop, zooals wij thans weten, een jaar
later gunstig werd beschikt.
Minder gelukkig was onze gemeenschap toen zij poogde voor hare
leden eene billijke oplossing van eene hangende pensioen-kwestie te
verkrijgen en dat behoeft geen bevreemding te wekken, want pensioen
kwesties worden zelden door de Regeering anders opgelost dan
in eens, voor geheele groepen van ambtenaren.
Voor uitzonderingsmaatregelen deinst de overheid in den regel
terug, omdat deze, van hoeveel billijkheid zij ook zouden mogen
getuigen, van uit alle windstreken andere gegadigden, die verlangend
uitzien naar soortgelijke schikkingen, op haar af doen komen.
In het begin van dit opstel hebben wij gezegd, dat de wijziging
die plaats greep in de redactie van het Tijdschrift de gereede
aanleiding was, die ons tot schrijven aanspoorde.
Daarop komen wij aan 't eind terug.
Het uittreden van den heer Boer, een feit, in 't leven geroepen
door zijn optreden als Voorzitter onzer Vereeniging, wordt levendig
door ons betreurd.
Gedurende bijna 19 jaren heeft hij ons orgaan voortreffelijk
geleid, heeft hij vruchtbare zaden uitgestrooid; in deze schets gelieve
hij een poging te zien om aan te toonen, wat daaruit is geworden.
Of wij daarin ten volle zijn geslaagd, laten wij gaarne aan de
beoordeeling van anderen over; wij zullen tevreden wezen wanneer
onze lezers den indruk krijgen die over ons kwam, toen wij ons
geheele verleden onder het schrijven dezer beschouwingen aan ons
lieten voorbijgaan, een indruk, dien wij meenen te kunnen weergeven
door te verklaren: „dat onze gemeenschap den afgetreden Redacteur
voor alles wat hij deed, dank verschuldigd is."
Uit naam van alle leden der Vereeniging voor Kadaster en Land-
J) Zie Jrg. XV. (1899) bldz. 33 t/m 52.