198
gelijkmatig afnemende snelheid verondersteld, plaats in volgorde
van de grootte van het meegevoerde materieel, in dien zin dat het
grootste het eerst tot rust komt.
Gesloten bekkens bieden gelegendeid tot afzetting van het fijnste
materieel, maar die afzetting behoeft volstrekt niet altijd plaats te
hebben met een horizontaal bezinkingsvlak. Daarbij spelen de
volgende factoren een groote rol:
a. Snehvisselende hoeveelheden van het aan- en afvoerende
water.
b. geleidelijk afnemende diepte van het bekken, zoodat de
strooming, hoewel zwak, toch nog invloed op den bodem van
het bekken uitoefent.
c. golfbeweging op den spiegel van het bekken, veroorzaakt
door luchtstroomen, die dien spiegel steeds in dezelfde richting
raken.
d. het gehalte en de aard van opgeloste mineralen in het
water van het bekken.
3e. Vergletschering. Gebonden aan een gebied met zoo lage
temperatuur dat zelfs in de warmere periode des jaars een volledig
ontdooien niet kan plaats hebben, gepaard aan een dooirandgebied
op terreinen waarin zoodanige dooiïngen voorkomen, die oorzaak
kunnen zijn voor eenen druk, gericht langs het ondersteuningsvlak
der gletschers.
Onder zulke omstandigheden worden gletschers schurende lichamen,
tevens een langzaam maar onweerstaanbaar zich bewegend vervoer
middel, terwijl in het dooirandgebied intense voorbereiding voor
verweering plaats heeft, door verkleining van het gesteentematerieel.
De gletscher brengt het materieel uit het gebied van herkomst
in zeer verschillenden staat van fijnheid. In den vorm van rots
blokken, in den vorm van kei en grint als verschuivingsmaterieel
het verschillend materieel wrijft al voortschuivende met zooveel
kracht tegen elkaar dat zich groote hoeveelheden gesteenteslijpsel
vormt. Dit slijpsel in het dooirandgebied aangekomen, wordt met
het dooiwater meegesleept en kan zich alleen afzetten in bekkens
of blijft op het land achter bij het wegtrekken van het dooiwater.
Heerscht nu in het dooirandgebied tijdelijk droogte gepaard aan
luchtstroomen, die natuurlijk in algemeenen zin van het gletscher
gebied weggericht zijn, dan kan het niet anders of stofwolken zetten
fijn materieel op de uitloopers der gletschers af; vooral indien