20 0
bodem het vergruisde en vermalen minerale materieel van elders zien
opgehoopt; slechts dan met een organisch bijmengsel, indien in het
oorsprongsgebied of op den weg hierheen klimaatstoestanden heersch-
ten of geheerscht hadden, die eene krachtige vegetatie mogelijk
maakten.
Na elke gletscherperiode, na elke verstuiving, na elk terugtreden
van den zeespiegel bleef een vegetatieloos gebied achter tenminste
vrij van landgewassen.
Telkens moeten zich op zulke terreinen planten vestigen. Hoe
interessant het ook moge wezen daaromtrent het een en ander hier
mee te deelen, moest onze leider zich daarvan onthouden om het
doel onzer excursie niet uit het oog te verliezen.
Slechts een punt moet hij releveeren, dat heden nog van groote
beteekenis is; namelijk dit: dat op eiken organisch armen bodem zich
slechts eene uiterst laag georganiseerde vegetatie nestelen en zoolang
heerschend handhaven kan, als armoede aan organische overblijfselen
eene woekering van hooger georganiseerde mikroben onmogelijk
maakt. Komen deze toestanden, dan worden deze eerste ontginners
van den mineralen bodem door de laatstgenoemde overwoekerd.
Intusschen beschikken zij over een bizonder taai leven, zoodat zij
in uiterst ongunstige levensomstandigheden in latenten toestand
kunnen vertoeven, om hunnen groei en vermenigvuldiging weer op
te vatten zoodra zij onder passende levensomstandigheden komen.
In verschillende mikrobenfamiliën komen vertegenwoordigers van
dezen eenvoud voor. Zoo publiceerde Prol. Dr. Beijerinck in de
Mededeelingen van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen
in het vorige jaar dat het hem gelukte op zuivere kiezelzuurgelei
een paar mikroben te kweeken, die krachtig zich ontwikkelden, en
waarvan hij aannemen moet, dat zij hunne stikstofvoeding opnemen
in den vorm van een gasvormig bestanddeel der atmospheer, dat
in 1901 door Dr. Levy te Parijs werd aangetoond en door diens
scheikundigen medewerker werd erkend als een monogesubstitueerd
formamid. Prof. Beyerink denkt er geen oogenblik aan, dat deze
lage mikroben direct het indifferente gas, de stikstof, uit de atmos
pheer zouden opnemen. Hun lichaam, in hoofdzaak uit cellulose
bestaande, dat hun gering plasmaquantum omhult, zouden zij
kwalijk kunnen vormen, indien zij niet in een dergelijken vorm
stikstof gebonden aan koolstof, waterstof en zuurstof konden op
nemen.