210 gevolgd, vooral ook omdat de heer Boer Westerwolde in zijn rede besprak. Spr. meent, dat de bezwaren van den heer Koning niet eerder uit den weg zijn te ruimen vóór in de Tweede Kamer een meerderheid voor de ruilverkaveling zal zijn te vinden. Dat kan nog lang duren, maar wel kan men ingaan op de idee van den heer Tijdens: „meer bekend te maken de voordeelen van ruilverkaveling". Spr. brengt hulde aan den heer Boer voor zijn nuttige wenken. De heer J. W. ten Braak vraagt, wie de netto opbrengst dei- gronden bepaalt en ook, als de ruilverkaveling heeft plaats gehad, of dan niet, wanneer kinderen en kleinkinderen weer deelen, wederom dezelfde toestand zal ontstaan. Den heer Boer beantwoordt nu de verschillende sprekers. We ontleenen er aan, dat ruilverkaveling voor de schatkist beslist geen nadeel brengt. Dat de oude toestand niet spoedig terugkomt toont spr. aan met een voorbeeld uit Duitschland. Een berekening leerde, dat na 14 eeuwen eerst de oude toestand zou terugkomen. Den heer Tijdens dankt spr. voor zijn waardeerende woorden. Als men meent, dat spr. nut kan stichten door het houden van een lezing, dan is hij daartoe gaarne bereid. Voor de bepaling der opbrengst zal een deskundige commissie werkzaam moeten zijn, benevens een landmeter-kul tuur technicus. De heer Tijdens meent, dat minister Loeff, dien spr. kende als lid der Tweede Kamer, niet zoo'n groot voorstander van het beginsel van den heer Boer zou zijn, als deze wel meent, 't Beroep op ministers door den heer Boer keurt spr. niet goed. Verder is spr. het eens met den heer Oterdoom. Spr. dankt nog den heer Boer met een hartelijk woord voor de uitmuntende inleiding. De heer R. Dojes (Meeden) vraagt: wanneer een ruilverkaveling zou tot stand komen, zouden eerst de aanleg van wegen en een betere waterverdeeling noodig zijn. Hoe daartoe te komen? De moeilijkheid zal zijn de kosten om te slaan. De heer Boer zegt, dat wegen en waterloopen worden aangelegd op gemeenschappelijke kosten, waarin ieder bijdraagt naar zijn waarde-aandeel, zoo noodig gesteund door den staat. In Beieren heeft men een staatskas voor de ruilverkaveling. Die staatskas schiet voor en vordert de bedragen niet direct terug. Door de ruilverkaveling krijgen belanghebbenden meerdere draagkracht en zuiveren dan langzaam aan met een matige rente, in den vorm feener directe belasting.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1903 | | pagina 212