214 een koord zonder eind, op het raampje, binnen 't welk het kompas moet blijven inspelen. Voor de volgende beschrijving der onderdeelen raadplege men de bijgevoegde plaat, waarop de fig. 1 en 3 niet op maat zijn. Door le draaien aan knop K (tig. 3) draait een vierkante doos, bestaande uit twee evenwijdige vlakken n.l. het planchet PI. over spannen met papier, en het matglas M. Die draaiing wordt dooi het koord, dat meer of minder gespannen kan worden, overgebracht van planchetschijf S' op kompasschijf S". Deze schijven hebben gelijke mid dellijn, zoodat doos en kompasraam R steeds gelijke hoeken draaien. In het kompas draait het magneetstaafje om een verticale as. Het zwaartepunt van dit staafje kan door verplaatsing van een schroefmoertje (zie fig. 3) zoodanig worden gesteld, dat de resultante van zwaartekracht en verticaal aardmagnetisme met die as samen valt. Het schudden onder het loopen heeft dan geen invloed op den stand der magneetstaaf; deze speelt in als zij binnen het ver ticale raampje staat en dus van boven niet zichtbaar is. De uit wijkingen worden beperkt tot de stootpilaartjes, zie P in fig. 3, P1 en P2 in fig 4. De „recorder" (fig. 2) hangt tusschen de evenwijdige vlakken dei- doos en wel legen het planchet met het scherpgetande perforeerrad P, tegen het matglas met de beide wieltjes W en behoudt steeds een verticalen stand door het looden staartstuk St. Bij draaiing der doos schuiven de wieltjes W langs het matglas, de scherpe tand van het perforeerrad P blijft daarbij in hetzelfde punt in het papier drukken. Eene lijn door dit punt loodrecht op de even wijdige vlakken getrokken gaal door een oriënteeringsstip O, die door het matglas heen zichtbaar is. Tengevolge der schokkende beweging van het loopen gaan de hamers H bij eiken pas op en neer. Zij werken samen op een hefboom, welks korte arm verbonden is aan den spiraalveer V. Die beweging wordt, ongeveer als de slingerbeweging in een uur werk, overgebracht op een palrad. Men zou die beweging direct op het perforeerrad kunnen overbrengen, zooals in fig. 1 schema tisch is voorgesteld, om het principe van den recorder te verdui delijken. Dan echter zou de beweging te snel zijn in verband met de beperkte oppervlakte van het planchet. Daarom heeft eene vertraagde overbrenging plaats door het palrad A (fig. 2) op welks as het perforeerrad grijpt in een schroef zonder einde.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1903 | | pagina 216