216
weg in een der schalen van het instrument op het matglas geteekend,
zoodanig dat de teekening georiënteerd is op het magnetisch
noorden. Men loopt nu zoo, dat bij inspelende magneetstaaf de
oriënteeringsstip den weg op het matglas volgt.
Op vlak terrein, als de opnemer een gelijkmatigen pas kan houden,
is na een weinig routine de nauwkeurigheid verrassend. Bij eene
opneming, waarbij men terugkeert op het punt van uitgang, wijken
begin- en eindpunt op het planchet in den regel weinig van elkander
af. Wil men uit dergelijke opnemingen kaarten samenstellen, dan
is het natuurlijk gewenscht, met behulp van een teekenaap eene
correctie aan te brengen, voor eiken opnemer afzonderlijk te bepalen,
door de lengte van zijn pas af te leiden uit door hem doorloopen
bekende afstanden.
Even als bij andere metingen zullen de beste kaarten verkregen
worden als een net van bekende punten tot grondslag dient. Daarbij
kunnen de afwijkingen, ontstaande door hellingen of door moeilijk
begaanbaar terrein, in meerdere of mindere mate door reductie
met den teekenaap vereffend worden.
In landen, waar men nog niet in het bezit is van topografische
of andere kaarten zooals in China, Afrika enz. kan de pedo-
graaf onschatbare diensten bewijzen. Zij overtreft alle andere
methoden van vluchtige opmeting, thans bekend, bij gelijke nauw
keurigheid, verre in snelheid.
Bij wetenschappelijke of militaire expeditiën in onbekende landen
(men denke aan At/eh) kan de pedograaf een kostelijk hulpmiddel
worden om een kaart te verkrijgen van de onderzochte streken,
van den loop van dalen, beken, wegen of voetpaden, van de grenzen
van het woud enz.
I. Boer Hz.
Na den pedograaf heeft de heer Ferguson den «cyclograaf» bedacht,
die, bevestigd aan de stuurstang van een rijwiel, het bezwaar verbonden aan
het afpassen van sterk hellend terrein ondervangt, wijl de «pas» vervangen wordt
door een meer algemeen nauwkeurig loopende afstandsmaat, t.w. den omtrek
van het voorwiel. Een beschrijving van den cyclograaf met afbeeldingen
is opgenomen in «de Ingenieurvan 7 Nov. 1903, N°. 45.