Examen Surnumerair D. B. en Kadaster.
Het examen, waarbij bovenal wordt gelet op algemeene ont
wikkeling en geschiktheid voor gemelde betrekking, loopt over de
volgende onderwerpen
n. de Nederlandsche taal. Van den candidaat wordt gevorderd,
dat hij zich in die taal zoowel mondeling als schriftelijk juist en
gemakkelijk weet uit te drukken
b. de Fransche en Duitsche talen. De candidaat moet zich van
deze talen mondeling en schriftelijk voldoende weten te bedienen;
c. de reken-, stel- en vlakke meetkunde en de rechtlijnige
driehoeksmeting
d. de hoofdtrekken van de Nederlandsche Gemeente-, Provin
ciale- en Staatsinrichting en de algemeene beginselen der staat
huishoudkunde
e. de wetten en de voorschriften omtrent de grondbelasting en
hunne toepassing, de wettelijke bepalingen omtrent vrijdom van
tiend en van de evenredige rechten van zegel, registratie en over
schrijving in geval van ontginning, droogmaking en bedijking; de
wetten betrekkelijk de invordering van 's rijks-directe belastingen,
de executoir-verklaring der kohieren, het uitvaardigen van ordon
nantiën van ontheffing wegens 's rijks-directe belastingen en de
samenstelling en inrichting der collegiën van zetters, voor zoover
ze de grondbelastingen betreffen;
f. de bestemming van het kadaster en de wijze, waarop het
in stand wordt gehouden. De candidaat moet bekend zijn met de
inrichting der kadastrale boekhouding en der kadastrale plansmet
de wijze, waarop eenvoudige terreinsveranderingen voor het kadaster
worden gemeten en met die, waarop de uitkomsten der meting in
de kadastrale stukken worden toegepast, zoomede met het verband
tusschen de hypothecaire boekhouding en het kadaster;
g. de geschiedenis van de grondbelasting en van bet kadaster
in Nederland
KoninkJyk Besluit 13 April 1877, no. 10.