231
h, de practische landbouw, de verbeteringen van gronden door
middel van ontginning, droogmaking en bedijking. Van het examen
in het vak vermeld onder letter h zijn vrijgesteld,- de candidalen,
in het bezit van een diploma van landbouwkundige. Om tot het
examen te worden toegelaten, moet men op den lsten Januari van
het jaar waarin het examen wordt gehouden, den ouderdom van
19 jaar reeds- en dien van 25 jaar nog niet hebben bereikt en aan
den Minister van Financiën een verzoekschrift (op zegel) indienen,
waarbij moet worden overgelegd:
a. eene geboorte-acte
b. het bewijs, van te hebben voldaan aan de nationale militie
c. het bewijs, dat de adressant Nederlander is;
cl. een getuigschrift van goed zedelijk gedrag, afgegeven door
het dagelijksch bestuur der gemeente of gemeenten, waar adres
sant gedurende de twee laatste jaren heeft gewoond.
Het examen wordt afgelegd voor eene commissie, waarvan de
leden worden benoemd door den Minister, die tevens hare instruc-
tiën vaststelt en het tijdstip en de plaats waar het examen wordt
gehouden. Bij dit examen zullen voor de candidaten dezelfde
eischen van lichamelijke geschiktheid gelden, als gesteld zijn of
zullen worden voor het examen voor de betrekking van surnumerair
der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen.
De commissie brengt omtrent den uitslag van het examen een
schriftelijk verslag uit, waarin de geëxamineerden naar hunne ge
schiktheid en bekwaamheid in volgorde worden gerangschikt.
De Minister volgt bij zijne voordracht tot benoeming de rangorde
waarin de candidaten naar den uitslag van het examen zijn geplaatst.
(Zie jaarboekje voor de Ambtenaren der D. B. enz. 27sten iaanran"-
1899).
De Staatscourant van 27 November 1903 n°. 278 deelt mede,
dat in den zomer van 1904 bovenbedoeld examen zal worden
afgenomen. Om te worden' toegelaten moet de candidaat op
1 Januari 1904 den ouderdom van 18 reeds en dien van 2G jaar
nog niet hebben bereikt. Aangifte vóór 1 Mei 1904.