clat beneden 3 c.M. blijft van geen beteekenis en eene overbrenging-
van de formeele nauwkeurigheid der azimuths tot op 0"001 in de
plaatsbepaling door lengte en breedte is van weinig belang te
achten. Vergelijkt men echter een boog met een straal van 51 K.M.
met een van dezelfde grootte voor den straal der aarde, dan blijkt
deze laatste den eerste ongeveer 130 maal in lengte te overtreffen.
Ue nauwkeurigheid van het driehoeksnet zooals dit door de azimulhs
wordt bepaald, gaat dus slechts voor een klein deel over in de
geografische plaatsbepaling. Zonder berekening van termen van
hoogere orde, dan de thans in rekening gebrachte, was echter eene
vermeerdering van het aantal decimalen niet mogelijk en het ver
meerderen van den rekenarbeid is waarschijnlijk niet genoeg loonend
geacht voor practische doeleinden.
In afwachting van eene basismeting hier te lande wordt de lengte
der driehoekszijden gegrond op die der zijde UbagsbergKlifsberg,
waarvan de lengte is afgeleid uit de in 1892 verrichte meting van
eene basis te Bonn. De hierop berustende berekening der geogra
fische positiën is dus ook slechts als eene voorloopige te beschouwen.
Men kan de ontwikkeling der formules vinden in Jordan TIL
60, form. 2729. (3e druk).
Januari 1904.
M. DE Vos.