dergelijken toestand te zijn, in militaire kringen toch, zoo goed als
in burgerlijke, komt dit euvel voor, onder geheel analoge uiterlijke
kenteekenen, onder geheel analoog verloop.
Het argument der speciale opleidingsbrigade weegt in ons oog
zeer, over de opleiding van het personeel in Indië zijn wij onbe
voegd te oordeelen, wat wij in Nederland onder de opleiding van
aspirant-landmeters verstaan, lijkt zelfs op opleiding niet, waarom
moet worden opgemerkt, dat de Indische topographische dienst
voor haar doel in dit opzicht beteren toestand schiep, dan althans
bij het kadaster in Nederland tot nog toe in dit opzicht, door de
Afdeeling Registratie, werd noodig geoordeeld.
Op de vraag of kadastrale arbeid noodzakelijk tot „peuter"-werk
aanleiding moet geven, mag volmondig ontkennend worden geant
woord; wij meenen echter te mogen vaststellen dat de „landrente"
evenmin als het „kadaster" gediend zal wezen van, naar het
uiterlijk, slordig werkbovendien, het eenigzins smalend aangehaalde
kleuren en beschrijven van kaarten is een arbeid van slechts weinig tijd-
roovenden aard, waaraan het groote voordeel verbonden is, dat leeken
er tot voorzichtig gebruik der kaarten door worden aangespoord.
Van meer belang dan den inhoud der „Kan het ook zijn's" van
den heer S. G. achten wij het argument door hem genoemd voor
de benoeming der commissie van 1900:
„Schandelijke geldverspilling, die er met de metingen in
Indië heeft plaats gehad en nog plaats heeft."
Deze onomwonden neergeschreven beschuldiging geldt ook voor
Nederland, echter naar wij meenen, zonder toevoeging van het
predikaat: „Schandelijk."
Ook hier wordt geld verspild, er wordt toch gemeten door het
Kadaster, door den Waterstaat, door Genie, Artillerie en Infanterie,
door de Spoorwegen, door ambtenaren van groote Waterschappen,
door de Heidemaatschappij in den laatsten tijd door amb
tenaren van groote gemeenten, ja door of namens welke lichamen
al niet meer.
En alles zonder eenig onderling verband, terwijl het meerendeel
van al deze opnemingen ten slotte vroeg of laat strekt tot het
scheppen van rechtstoestanden die het grondbezit beheerschen.
De heer S. G. zegt
„Rationeel is het denkbeeld om alle metingen onder één
leiding, één hoofd te brengen;"