Tweede Kamer, Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1903.
VIIde HOOFDSTUK B.
Memorie van Antwoord.
4. Grondbelasting.
Na de op 23 September j.l. door den Minister van Binnenlandsche
Zaken gedane mededeel!ng is het advies der hoofdcommissie voor de her
ziening van de belastbare opbrengst der gebouwde eigendommen ingekomen.
Een wetsontwerp omtrent deze zaak zal wellicht nog in den loop der
maand Januari de Tweede Kamer kunnen bereiken.
8. Kadaster.
De ten vorigen jare over dit punt toegezegde overweging beeft den
ondergeteekende de overtuiging geschonken, dat de vraag «of bewijskracht
aan het kadaster moet worden toegekend voor zooveel betreft, de grenzen
der perceelen, in verband met het contradictoir vaststellen dier grenzen»,
ten onrechte tol hem werd gericht. Het kadaster, oorspronkelijk in het
leven geroepen ten dienste eener regelmatige heffing van de grondbelasting,
behoort, als hulpmiddel voor de regeling dier belasting tot. de zaken,
waarvoor de zorg aan het Departement van Financiën is opgedragen.
Langzamerhand is het kadaster dienstbaar gemaakt ook aan andere
belangen, vreemd aan de grondbelasting en het is dus alleszins mogelijk
dat het te eeniger tijd zal worden aangewezen om bovendien, hetzij met,
hetzij zonder uitsluiting van de thans gebruikelijke bewijsmiddelen, rechts
geldig den eigendom te bewijzen. Werd het Nederlandsch burgerlijk recht
in dien zin gewijzigd, dan zouden de voorschriften betreffende de her-
metingen en de instandhouding van het kadaster hoogstwaarschijnlijk
belangrijke veranderingen behooren te ondergaan en het ontwerpen van
die veranderingen zou mede behooren tot de laak van den Minister van
Financiën. Maar deze Minister als zoodanig heeft niet te beslissen noch
zelfs te overwegen, of het burgerlijk recht behoort te worden aangevuld
in den bij het Voorloopig Verslag aangegeven zin.
De ondergeteekende is van oordeel dat de zaak, in het stadium waarin
zij op dit oogenblik nog verkeert, behoort tot die waarvan de behartiging
meer in het bijzonder is toevertrouwd aan zijnen ambtgenoot van Justitie.